Sooty Shearwater, Ardenna griseus - Stormvogels (Procellariidae)
De grauwe pijlstormvogel is een vogel van open zee die in het najaar bij harde west- tot noordwesten wind langs de kust wordt gezien. Keilt met gestrekte, stijve vleugels laag over de golven. Broedt op eilanden bij Nieuw-Zeeland, Australië, op de Falklands en voor Chili. Het zijn globetrotters die alle wereldzeeën bestrijken.
Vrijwel geheel donkerbruine, zeevogel, met lange, smalle en spitse vleugels. Keilt vaak in kantelende vlucht met stijve vleugelslagen. Bij goed licht zijn lichte banen op ondervleugel te zien. Lijkt op afstand wel wat op een jager.
Niet in Nederland te horen. Roept 's nachts vanuit nestholen.
40-51 cm, spanwijdte 94-109 cm
Broedt in meestal grote kolonies. Nest in zelf gegraven hol in zachte grond. Eén nest, één ei. Broedtijd november-mei. Broedduur 53-56 dagen. Jongen vliegvlug na gem. 97 dagen.
Koude oceanen met voedselrijke gebieden, ook in brede zeestraten. Broedt vooral op hellingen met zachte grond met dichte plantengroei, zelfs met bossen. Meestal dicht bij zee op eilanden, maar ook in het binnenland, tot een hoogte van 1500 m.
Vooral in scholen levende vis (zoals ansjovis, lodde), inktvis en kreeftachtigen; afhankelijk van tijd van het jaar en locatie. Zoekt voedsel vliegend en gebruikt daarbij reuk. Kan goed duiken, tot tientallen meters diepte. Pikt ook zwemmend voedsel op van zee of met een korte plonsduik. Volgt ook schepen.
Broedt op zuidelijk halfrond, maar trekt na de broedtijd (ons voorjaar) naar de noordelijke Atlantische Oceaan, en vooral naar rijke voedselgebieden in het westelijk deel, voor de kust van Newfoundland (Canada). Vliegt daarna westelijk en verschijnt op de terugtrek naar de broedgebieden ook in de Noordzee en voor onze kust. Legt ook in de broedtijd duizenden kilometers af.
doortrekker in zeer klein aantal
De wereldpopulatie is vermoedelijk afgenomen. In de jaren zeventig ontdekte men dat de soort veel algemener langs onze kust trok dan voorheen gedacht. Wordt in jaren met veel storm meer gezien dan in andere jaren.
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Meeste kans om deze soort te zien is aan de Noordzeekust, vanaf een vast uitkijkpunt, met stevige aanlandige wind in de herfst (vooral september-oktober).
Broedvogel van het zuidelijk halfrond en dus niet in Europa.
Zeker een kwart miljoen jongen worden jaarlijks verzameld voor de consumptie; het is de vraag of dit wel duurzaam is (onder meer Nieuw Zeeland). Voorheen grote sterfte door grote, kilometerslange drijfnetten is gestopt; er is nog wel veel sterfte door visserij met lange lijnen. Mogelijk kwetsbaar door klimaatverandering, waardoor voedselbeschikbaarheid en overleving worden aangetast. Soort heeft in de kolonies hier en daar last van predatie door ratten.
Vogelbescherming zet zich al jarenlang in voor duurzame visserij zonder bijvangst. Zie ons standpunt over de Noordzee.
De grauwe pijlstormvogel is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grauwe pijlstormvogels beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de grauwe pijlstormvogel wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate op doortrek in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal