Vandaag houd ik mijn schrijfbeurt over ...

Lilian Roosenboom | woensdag 1 mei 2024 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 57x

Nu in relatieve rust alleen vrouw Merel af en toe het heen-en-weer krijgt, is het moment om over de laatste V van de broedtijd te schrijven. In eerdere blogs kwamen er al twee voorbij: Verblijf en Veiligheid. De derde V, die eigenlijk de eerste zou moeten zijn, is: Voedsel.

tek.: Gottlieb von Koch (1849 -1914)

We weten het niet, maar ...

... waarschijnlijk is ons paartje bezig aan de tweede leg. Man Merel laat zich slechts zelden zien op het nest, hij is waarschijnlijk druk met het voederen van het kroost uit de eerste leg.

Alles geheel volgens het boekje; de meeste merelparen starten hun broedperiode in de laatste weken van maart. Dat is natuurlijk met een goede reden: er is dan voldoende voedsel beschikbaar!

Wat schaft de pot

Dat zit zo; in het vroege voorjaar is het weer meestal niet al te warm en is het nog wel vochtig, de maartse buitjes. Ideale omstandigheden voor regenwormen. Die zich - hun naam verraadt het al - het liefst door de bovenlaag van de aarde heen wurmen op zoek naar voedsel; plantenresten die verteren op en in de bovenste bodemlaag.

En dat is dan weer ideaal voor onze merels; in een vochtige bodem is het makkelijk zoeken. Je rommelt wat onder half verteerd blad, gooit het opzij en plukt de wormen zo uit de bodem!

Regenwormen vormen het stapelvoedsel voor onze merels, ze maken een belangrijk deel uit van hun dieet. Wormen zijn eiwitrijk en dat is noodzakelijk voor de aanmaak van eitjes en een goede conditie van de merels en hun kroost.

Als de zon schijnt

Verder richting de zomer, als de zon krachtiger is en de temperaturen stijgen, droogt de bovenste bodemlaag uit. Wormen trekken zich dieper terug in de bodem en zijn dan voor merels lastiger of niet meer te bemachtigen.

Dat is het moment dat merels overstappen op andere eiwitbommetjes: vlinders en insectenlarven die nu genietend van de koesterende warmte rondvliegen of kruipen.

In de loop van juni, als de zomerwarmte echt doorzet, worden ook de larven schaarser, ze groeien groot. Maar dát is dan niet meer zo erg, want de meeste merels zijn dan al gestopt met broeden, het is wel welletjes.

Ze gaan dan op naar het volgende seizoen, waarin het verse zomerfruit en bessen voor het oppikken liggen!

PS: Blogtitel vrij naar een boektitel van Bibi Dumon Tak