Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Ronald Harxen / Fred van Diem

Door Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE

Muizendooiers

Ronald van Harxen, STONE | maandag 4 april 2022 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 510x

Het gaat spannend worden dit jaar: is er voldoende voedsel? Uit diverse hoeken van het land komen signalen dat er weinig muizen lijken te zijn. Als dat inderdaad zo is, komt er een eind aan een lange reeks van goede jaren die feitelijk al in 2014 begon en in 2019 een tweede hoogtepunt kende.
Van links naar rechts: rosse woelmuis, veldmuis, huismuis en bosmuis. Let op: bij de huismuis en de bosmuis gaat het om nog niet geheel volwassen exemplaren dus de onderlinge verhoudingen kloppen niet helemaal.

The big four

Als we kijken welke muizen voor steenuilen belangrijk zijn dan gaat het om de veldmuis, de bosmuis, de rosse woelmuis en de huismuis: ook wel The big four genoemd. Elke soort heeft zijn eigen voorkeurshabitat. De bosmuis en de rosse woelmuis treffen we meer in en aan de rand van met struiken en bomen begroeide terreinen, de veldmuis meer in open gebieden (bermen, weilanden) en de huismuis op erven, in schuren en andere gebouwen. Hoe gevarieerder het leefgebied van een steenuilenpaartje, hoe meer muizen er te snoepen vallen. Dat onderstreept nog eens het belang van biodiversiteit in ons zo onder druk staande cultuurlandschap. Het is feitelijk vrij simpel: hoe meer koeien en mais, hoe minder biodiversiteit, hoe minder muizen.

Lijkjes tellen

Sinds 1998 tellen Pascal en ik elk muizenlijkje dat we bij een nestcontrole aantreffen. En uiteraard stellen we vast om welke soort het gaat. Tot op heden telden we er 3.560: 43% bosmuizen, 41% veldmuizen, 9% rosse woelmuizen en 7% huismuizen. Van de big four zijn het dus vooral de bos- en de veldmuis die het verschil maken.

Als we corrigeren voor het aantal nestkasten dat we op goede moment bezocht hebben dan kunnen we de jaren onderling met elkaar vergelijken. In de figuur onderaan dit blog heb ik dat gedaan. Wat je ziet is een mooie afwisseling tussen goede en slechte jaren. Vergelijk bijvoorbeeld eens de daljaren 2009-2011 met de piekjaren 2014 en 2019. Niet moeilijk voor te stellen dat een steenuilenvrouw in beide laatste jaren meer en sneller dooiers opgevuld krijgt dan in de drie magere jaren. Gemiddeld beginnen ze in goede jaren eerder met de eileg, leggen ze meer eieren, komen er meer jongen groot en zijn de jongen in een betere conditie. Met onze gegevens kunnen we dat prachtig laten zien.

2022

Maar nu naar 2022. In de foto in de header zie je links de eikelproductie van een prachtige vrijstaande eik bij mij in de buurt in het najaar 2020 en rechts dezelfde plek in 2021. Het verschil behoeft geen toeliching. Van bosmuizen is bekend dat de aantallen meebewegen met het aantal eikels (en andere nootje als die van de beuk en hazelaar). Als de eikeloogst (met een bosbouwterm mast genoemd) van 'mijn' eik representatief is voor de oogst aan eikels, beuken- en hazelnoten in het afgelopen najaar, dan ziet het er slecht uit voor de bosmuis. En daarmee voor de dieren waarbij de bosmuis een prominente plek op het menu inneemt. En dus voor steenuilen.

Schraalhans?

Hoe het precies uitpakt valt nog lastig te voorspellen. Belangrijk is wat de veldmuizen gaan doen. Als die gaan pieken, kunnen ze een flink deel van de leemte opvullen. Vergelijk in de figuur 2014 eens met 2019 en zie hoe de piek in 2014 vooral gestuurd werd door de bosmuis en die in 2019 door veldmuis. Ze vullen elkaar mooi aan. Als de veldmuizen dit jaar ook een daljaar beleven, dan kon het wel eens een bijzonder schraal jaar worden voor tal van muizeneters. Rosse woelmuizen en huismuizen kunnen het gat niet vullen (zo ze al zouden willen:). 

Zodra we de eerste veldronde achter de rug hebben, weten we meer. Komt de gemiddelde legselgrootte een eindje onder de vier uit, dan  zijn er weinig muizen en vliegen er op het eind van het seizoen minder jonge steenuilen uit. We houden jullie uiteraard op de hoogte! 

Muizen 1998-2021. Hoe hoger de staaf, hoe meer muizen. In kleur het aandeel van elk lid van de big four.

STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs