Een tuin vol vogels, dat is toch de droom van elke vogelliefhebber? Elke tuin, groot of klein, kan een vogelparadijs worden!
Foto: Jaworski via Pixabay
In mijn vorige blog gaf ik wat meer informatie over de tuin waarin onze merels wonen. Een tuin met voldoende beschutting en genoeg eten, een perfecte tuin voor vogels. Ook jouw tuin kan een prettige plek zijn voor vogels! Diversiteit in de tuin is hier het toverwoord. Door een verscheidenheid aan bomen, hagen, struiken en bloemen zorg je vanzelf voor: - Veiligheid. Zorg dat er voldoende beschutting is in de vorm van vluchtmogelijkheden en verstopplekjes. - Voedsel. Zorg dat er natuurlijke voedselmogelijkheden zijn in de tuin. - Nestgelegenheid. Vogels hebben geschikte plekken nodig om te kunnen broeden. Sommige vogels maken een nest in een struik of boom, andere zijn blij met een nestkast.
Veiligheid
Een veilige tuin heeft schuilhoekjes waar de vogels kunnen wegduiken voor gevaar en ook hun nest kunnen bouwen. Dichte hagen en struiken zijn een zeer veilige plek voor vogels. Ook het laten begroeien van de schutting geeft een mooie schuilplek.
Voedsel en water
Voedsel kunnen de vogels heel goed zelf vinden met de juiste beplanting in de tuin. Zorg voor besdragende struiken en plant bloemen en planten voor insecten, de insecten die hierop afkomen worden door vogels gegeten. Heb je plek voor een stukje gras, dan hoort dat zeker in een vogelvriendelijke tuin. Vogels als de merel gaan hier op zoek naar regenwormen. Zorg dat je tuin niet te opgeruimd is, vooral in de winter zullen tussen de afgevallen bladeren insecten en zaden te vinden zijn voor vogels. Voordeel is dat plantenresten meteen de planten beschermen tegen de vorst. En tot slot, zorg voor een (kleine) vijver of een vogelbadje. Dit trekt nog extra insecten aan en tevens is het een drink- en badderplaats voor de vogels.
De vogels voeren kan het hele jaar door, vooral in de winter en lente maak je ze blij met wat extra’s. Enkele tips voor het bijvoeren van vogels in de tuin: - Voor elk wat wils. Vogels hebben hun eigen eetgewoonten. Vinken eten graag zaden, de pimpelmees komt op een vetbol af en de merel lust wel een appeltje. Met verschillende soorten voer helpt u de verschillende vogels in de tuin. - Voer op verschillende plekken. Sommige vogels scharrelen het liefst op de grond, andere in de boom. Voedersilo’s zijn bijvoorbeeld handig. - Let op gevaar. Zorg dat de vogels voldoende zicht op hun omgeving hebben vanaf de voederplek. - Voer vogelvoer dat geschikt is voor vogels, zoals strooivoer, vetbollen, pinda’s, fruit en vogelpindakaas (niet pindakaas voor mensen want dat is veel te zout). Vogelvoer is te koop bij dierenwinkels en tuincentra.
Nestgelegenheid
Sommige vogels maken een nest in struiken of bomen, zoals de merel. De struiken moeten het liefst zo dicht en doornig mogelijk zijn. Geschikte struiken zijn bijvoorbeeld meidoorn, sleedoorn en vlier. Ook een schuur of schutting dik begroeid met klimop is een prima plek.
Niet alle vogels broeden in bomen en struiken, zij maken gebruik van holtes in oude bomen of nissen in gebouwen. Goede natuurlijke huisvesting in dorpen en steden is voor vogels steeds moeilijker te vinden. Een nestkast kan deze natuurlijke nestgelegenheid vervangen, de koolmees en pimpelmees in je tuin zullen erg blij zijn met een nestkastje. Hang de nestkast op een rustige plek, uit de volle zon en met een vrije aanvliegroute. De juiste hoogte is minimaal 2 meter vanaf de grond.
Hou deze drie aandachtsgebieden in je achterhoofd bij het inrichten van je tuin. Wil je graag wat extra hulp bij het inrichten van een vogelvriendelijke tuin? Vraag het aan een Tuinvogelconsulent van de Vogelbescherming!
Vogelbescherming Nederland - Samen voor vogels en natuur
