Comeback kids

Roos Tol | woensdag 10 juni 2020 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 826x

Toen me in maart werd gevraagd of ik wilde komen meebloggen bij team Torenvalk, zei ik meteen JA! Fantastisch! Om me daarna te realiseren dat ik eigenlijk nauwelijks iets van torenvalken afwist. Dat werd nog even inleren dus…

Gelukkig zijn er vogelboeken, waaronder tal van werken over diverse soorten roofvogels. Maar specifiek over de torenvalk een boek vinden, was moeilijk.
De enige vertaalde monografie bleek het werk De Torenvalk van Ib Trap-Lind, verschenen in 1979 en in vertaling bij Kosmos Vogelmonografieën in 1980. (Alleen nog tweedehands verkrijgbaar.)
Studies, verslagen en beschrijvingen online tonen één ding aan: er is eigenlijk niet veel gedetailleerde informatie over torenvalken in omloop.

Dat betekent kijken en leren van wat we zien. Vele ogen maken licht werk; dankzij de bijna continue waarnemingen van volgers in chat (clubhuis) en OZ (onderzoek bij deze cam) werd vrijwel elke beweging vastgelegd.
Geweldig werk!

Komen ze nog terug?

Vanaf eind mei een steeds terugkerende vraag: komen de jongen nog terug als ze eenmaal uitgevlogen zijn?

Eerst maar eens kijken wat Ib hierover zegt.

“Nadat de jongen het nest voor het eerst hebben verlaten, keren ze de eerstvolgende dagen nog wel terug om er de nacht door te brengen. Overdag oefenen ze zich wat in het vliegen en wachten op de aankomst van één van de ouders die voedsel komt brengen. (…) Een week na het uitvliegen gaan de jongen de ouders roepend tegemoet en blijven ze in de lucht bidden totdat de oudervogel is neergestreken of de prooi heeft laten vallen. (…) Meestal verlaten de jongen de omgeving van het nest als ze zelfstandig zijn geworden.”

Werkgroep Roofvogels Zeeland zegt feitelijk hetzelfde: “Na het uitvliegen blijven de jongen twee tot drie weken in de nabijheid van het nest rondhangen. Ze krijgen dan nog voedsel toegestopt. Na die tijd moeten ze het zelf uitzoeken. Ze trekken dan naar plaatsen met voldoende voedsel.”

Werkgroep Roofvogels Hoeksche Waard: Na 28-32 dagen zijn de jongen vliegvlug en worden daarna nog 2-3 weken in de buurt van het nest van voedsel voorzien, daarna verspreiden ze zich”.

Maar Thea van Gogh van Slechtvalken Rijswijk (en een speciale liefde voor torenvalken) lijkt te zeggen dat de jongen in het nest blijven en/of terugkeren voor voedering: “Na 4 tot 5 weken kunnen de jongen vliegen. Ze worden dan nog een tijd lang gevoerd. Als ze uiteindelijk uitvliegen ligt het nest vol braakballen van de jonge vogels.”

Vogelbescherming Nederland laat het, zoals veel websites, een beetje in het midden. “Jongen vliegvlug na 27-35 dagen, worden vaak nog wekenlang gevoerd.”
Waar, dat staat er niet bij.

Wij doen ons eigen ‘ding’

Het was dan ook met enige weemoed dat ik meende afscheid te moeten nemen van ‘onze’ torenvalkjes toen ze eenmaal begonnen uit te vliegen.
Niets bleek minder nodig! Dezelfde avond waren ze alweer terug en tot op heden kunnen we nog volop genieten van jongen die eigenlijk nauwelijks jongen meer zijn, maar prachtige pubers die samen kibbelen, eten en slapen terwijl ze zich ieder voor zich het grote onbekende eigen maken.
Van ei tot eigen-ik, ik kan bijna niet wachten op het totaaloverzicht in beeld wat we binnenkort van Jonathan mogen verwachten.
Tot dan: kijk, leer en geniet.