Geplaatst op 22 juni 2017
Het overgrote deel van de Europese landbouwsubsidies gaat onder minimale voorwaarden naar de landbouwsector. Slechts een klein deel wordt gericht ingezet voor behoud en herstel van agrarische natuur, terwijl in het boerenland het grootste verlies aan biodiversiteit in Europa plaatsvindt.
Vogelbescherming en BirdLife vinden dat er een veel groter deel van de landbouwsubsidies ingezet zou moeten worden voor maatschappelijke doelen als herstel van de natuur. Het plan van Van Dam ziet Vogelbescherming als een eerste stap in de goede richting. Twintig miljoen overhevelen is lang niet voldoende voor herstel van natuur in het boerenland, maar wel een duidelijk signaal.
Vogelbescherming vindt dat een volgende regering zich hard moet maken voor een Europees Landbouwbeleid dat gericht is op natuurvriendelijke landbouw. En extra geld moet vervolgens ook effectief ingezet worden voor de redding van boerenlandvogels.
Dat betekent dat het geld vooral terecht moet komen bij boeren die vergaande maatregelen voor vogels nemen, of willen gaan nemen. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan verhoging van het waterpeil waar weidevogels veel baat bij hebben. Ook pleit Vogelbescherming voor inzet van extra middelen om te voorkomen dat goede weidevogelgrond van boeren die stoppen, omgevormd wordt tot monotone raaigrasvelden.