Door
Tom Brekelmans
Stadsvogeladviseur
Geplaatst op 1 juni 2017
Vogels die ervoor kiezen om juist in uw tuin te nestelen, mag je beschouwen als tijdelijke bewoners. De tuin bevat dan in ieder geval twee elementen die bepalend zijn voor vogels om bij u een nest te bouwen. De vogels zien er voldoende rust en beschutte gelegenheid. Minstens zo bepalend is waar uw tuin zich bevindt. Afhankelijk van de wijk waarin u woont, of er groot water in de buurt is, kunt u in uw tuin watervogels, bosvogels, roofvogels etc. aantreffen. Het begrip tuinvogel is dus betrekkelijk, veel soorten kunnen ervoor doorgaan.
Aanwezigheid van voedsel in een tuin is niet belangrijk om een nest in te tuin te hebben. Soms is een enkele struik in een compleet kale tuin met verharding voldoende. Een richel of beschutte balk aan een huis kan afhankelijk van wijklocatie en hoogte een nestplek zijn voor: kauw, witte kwikstaart, merel, winterkoning, zwarte roodstaart, roodborst, torenvalk, boerenzwaluw. Ik zal er vast nog wel een paar vergeten. Ze wonen in de tuin, maar ze eten elders. Maar op de keper beschouwd zijn deze laatste eigenlijk ‘huisvogels’ in plaats van ‘tuinvogels’.
Belangrijk is: voor vogels geldt de kwaliteit van de totale omgeving waar een woonwijk onderdeel van is, maar een goed ingerichte tuin kan zeker van toegevoegde waarde zijn.
Vogels die een nest bij u maken om nageslacht te produceren zijn vaak alleen in het voorjaar een tijdelijke bewoner. Veel leuker, maar wel lastig is om vogels lang en veel in de tuin te krijgen en te houden. Het zijn nu eenmaal wezens met vleugels die door de hele omgeving, ter land, ter water en in de lucht, hun geëigende voedsel bij elkaar scharrelen.
In grote lijnen is een gevarieerde beplantingsopzet met struikgewas en veel kruidachtige onderbegroeiing langs een gazon voor vogels aantrekkelijk. Hier zullen ze veelvuldig op zoek gaan naar de aanwezigheid van voedsel.
Ook woonwijken zonder voortuin kunnen vogelvriendelijk worden. Veel gemeenten faciliteren geveltuinen. Zo’n geveltuin ziet er als regel ontzettend leuk en vrolijk uit. Er kan een oerwoud groeien, zo u wenst, langs een strookje van 20-30 cm breed. Klimrozen, stokrozen, geurende kamperfoelie, bessenstruiken en wat al niet. Die temperen ook nog eens de hitte in de steenachtige straat.
Maar deze minituintjes langs de gevel lokken ook insecten waar vogels weer wat mee kunnen en je komt ook overal nesten tegen, die je soms pas in de winter ontdekt. Informeer vooral bij uw gemeente wat de mogelijkheden zijn. En het is niet te verwachten, dat iemand bezwaar maakt als je tegen een straatboom die vlakbij staat een nestkastje ophangt.
Tuinarchitect Tom Brekelmans is een gepassioneerd vogelaar met meer dan 30 jaar ervaring met tuininrichting en andere buitenruimten. Zijn ontwerpen als tuinarchitect zijn meervoudig bekroond, onder meer met de Welstand Architectuurprijs. Jarenland schreef hij tuincolumns voor veel regionale dagbladen. Voor Vogelbescherming is hij vrijwillig Stadsvogeladviseur. Meer informatie via www.burobrekelmans.nl.
De Tuinvogelconsulenten van Vogelbescherming adviseren tegen een klein bedrag (leden krijgen korting) hoe uw tuin vogelvriendelijk kan worden ingericht. Zelfs op het kleinste lapje is er nog van alles mogelijk.
Maak van uw tuin een vogelparadijs. Dit magazine staat boordevol mooie foto’s over vogels kijken en met veel praktische tips over vogels voeren, nestkastjes en vogelvriendelijke tuinen.