Door
Cees Witkamp
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 26 maart 2021
Pestvogel. PESTvogel. Pest-vogel. Hoe je het ook schrijft, gezellig wordt het niet. Een vogel die pestvogel heet, heeft jammer genoeg een rotnaam. Net zoals een spotlijster, of een lammergier. Kuikendief is er ook één van het genre: moeders hou je dochters binnen, de kuikendief komt er aan.
Jammer eigenlijk, dat we in Nederland deze vogel pestvogel hebben genoemd. De Engelsen noemen hem lak-vleugel, naar de kleine rode lakvlekjes op de vleugel. Klinkt mooier dan pestvogel. De Duitsers noemen hem zijdestaart, en zo noemen de Esten hem hier ook. Alles klinkt eigenlijk mooier dan pestvogel.
Algemeen wordt aangenomen dat de pestvogel is vernoemd naar de ziekte de pest, die tot de 17e eeuw ook in Nederland huishield. Het onregelmatig verschijnen van de pestvogel zou in verband worden gebracht met het eveneens onregelmatig verschijnen van de ziekte. Of dit werkelijk klopt is maar de vraag. Klaas Eigenhuis schrijft in zijn bekende boek ‘Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen’, dat de pestvogel mogelijk pas zijn huidige naam gekregen heeft nadat de pest als ziekte al zo’n honderd jaar verdwenen was uit Nederland. Dus, waar hebben we het over…
In Nederland is de pestvogel niet zo gewoon. Tussen half oktober tot eind april worden in de meeste jaren wel pestvogels gezien, maar veelal zijn het hooguit enige tientallen en dan vooral in het noorden van het land. Soms treden invasies op omdat er in de oorspronkelijke overwinteringsgebieden onvoldoende te eten is. Dan kun je ze in grote groepen zien op bessen, vooral in de stad of in de tuin.
Mijn eerste pestvogels hier in Estland zag ik een paar jaar gelden. Ik logeerde in een woning van net na de Tweede Wereldoorlog. Stalin was toen aan de macht, het land lag deels in puin als gevolg van de oorlog en er was weinig geld, dus huizen werden zo goedkoop mogelijk gebouwd. Het huis waar ik in zat was daar een voorbeeld van. Te zien aan de getrokken ramen die bestonden uit tientallen smalle aan elkaar gemaakte reepjes glas. Als je probeerde daar doorheen te kijken werd je er helemaal draaierig van.
Ik zat te eten, toen ik een groepje vogels in de appelboom in de tuin zag zitten. En alhoewel ze op nog geen tien meter van me af zaten, kon ik er niet meer van maken dan vage klodders in een boom. Ik snel naar buiten gelopen en bingo: vijf pestvogels, in de tuin die het laatste appeltje aten wat nog in de boom hing. Nog sneller naar binnen om mijn camera te pakken, paar foto’s en weg waren ze. Maar een prachtige waarneming natuurlijk.
Nu ik hier vaker ben zie ik ze ook vaker: op de telpost, in de tuin, in de stad. Na begin november zijn pestvogels hier soms gewoner dan spreeuwen. Die laatsten zijn dan namelijk grotendeels weg en de pestvogels zijn er nog wel. Sommige jaren komen grote aantallen langs, zoals in de tweede week van november 2005 toen er bijna 9000 in drie dagen over de trektelpost op Saaremaa vlogen. Groepen van 300 tot 800 pestvogels worden regelmatig gezien, vooral op plekken waar veel bessen zijn zoals de steden Tallinn, Tartu, Haapsalu en Pärnu (met het uitzonderlijke aantal van 4000 exemplaren in januari 1999).
Het is nu maart 2021. Echt spectaculair is het niet geworden, met groepjes van enige tientallen op sommige plaatsen. Komend najaar hopelijk beter.
In de webshop van Vogelbescherming vind je alles voor en over vogels. Zoals een vogelgids om ze te herkennen. Bezoek onze winkel in Zeist of onze webshop voor een grote variatie aan de beste vogelgidsen.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.