Geplaatst op 10 december 2014
Dit artikel is verschenen in het NRC Handelsblad van dinsdag 9 december.
Als het aan Mansveld ligt, breidt vliegveld Lelystad uit van 0 naar 22.500 starts en landingen van verkeersvliegtuigen per jaar. Een zeer riskant plan voor reizigers, vogels en natuur. Het vliegveld ligt op nog geen zes kilometer afstand van de Oostvaardersplassen. Een belangrijk natuurgebied zoals we sinds de film De Nieuwe Wildernis weten. Het gebied wordt bevolkt door enorme aantallen vogels, vooral veel grote vogels. Er leven maar liefst 100.000 ganzen, 2.500 paar aalscholvers en honderden lepelaars. Er broeden reigers en roofvogels, waaronder majestueuze zeearenden. Naast de Oostvaardersplassen liggen dicht bij het vliegveld meer natuurgebieden die grote aantallen vogels herbergen zoals het Markermeer, de Lepelaarplassen en de Randmeren. Ieder weldenkend mens begrijpt dat er hierdoor grote risico’s bestaan op botsingen tussen vogels en vliegtuigen. Het drama dat daar uit voort komt, kennen we van de crash met het Air Maroc toestel enkele jaren geleden. Op Schiphol zijn sinds die bijna-ramp alle registers opengetrokken. Jaarlijks worden er duizenden ganzen afgemaakt ten behoeve van een veilige luchtvaart. Op bepaalde plekken worden tot op maar liefst 23 kilometer van Schiphol ganzen gedood. Maar voor vliegveld Lelystad waar zich in de nabije omgeving een veelvoud aan grote vogels bevindt, zijn hieruit geen lessen getrokken.
In tegendeel: de uit de onderliggende studies ten behoeve van de uitbreiding van het vliegveld wordt gesteld dat de kans op botsingen tussen vogels en vliegtuigen zeer klein is, omdat er nauwelijks grote vogels in een straal van zo’n vijf kilometer rond het vliegveld zouden vliegen. Het rapport stelt dat alleen aalscholvers op enkele momenten overvliegen en dat in zulke gevallen het luchtverkeer even moet stoppen. Wie de rapporten goed leest ziet dat er helemaal geen onderzoek gedaan is naar hoe en hoeveel vogels zich rond het vliegveld bewegen. De bewering is gestoeld op literatuuronderzoek en op verouderde cijfers over in de Oostvaardersplassen verblijvende vogels.
Het is onbegrijpelijk dat er geen systematisch veldonderzoek met tellers en radar is gedaan. Alleen dan kan je een deugdelijke uitspraak doen over de risico’s. Illustratief is dat bij een ganzentelling op 1 december 2012 ruim 14.000 ganzen richting het vliegveld vlogen. Niemand weet hoe regelmatig zulke ganzenvluchten voor komen. Deze gang van zaken houdt niet alleen een risico in voor het vliegverkeer. Minstens zo groot is de dreiging dat straks massaal vogels afgeschoten en verstoord worden in en rond de Oostvaardersplassen. Wie naar Schiphol kijkt, weet dat dit geen ondenkbaar scenario is. Immers, wil je tot een aanvaardbaar risico op vogelaanvaringen komen dan komen massaslachtingen snel in beeld. Strikt genomen kan dat niet omdat de Oostvaardersplassen de best denkbare bescherming genieten. Houden we ons netjes aan die regels en blijkt er wel gevaar voor vogelaanvaringen te zijn dan zitten we over tien jaar wellicht met een leeg splinternieuw vliegveld, waar net als nu zo af en toe een klein propellervliegtuigje opstijgt.
Kees de Pater is verbonden aan Vogelbescherming Nederland, Wim Kleefstra aan Vogel- en Natuurwacht ‘Zuid-Flevoland’.