Door
Hans Peeters
Natuurjournalist
Geplaatst op 3 juli 2019
Elke maand gaat Hans Peeters op zoek naar een natuurlijke tuin. Kleine vogelreservaatjes waar de bewoners trots op zijn. Bij elkaar opgeteld vormen deze tuinen een groots natuurgebied, weliswaar verspreid over het hele land. Deze keer een stadstuin in een nog jonge woonwijk in Zoetermeer.
“Toen we hier in oktober 2017 kwamen wonen, was de gehele achtertuin geplaveid met saaie grijze tegels. We vielen voor de serre en wisten meteen. Straks kijken we van daaruit op onze vogeltuin.” Esther en Marcel van Rooijen raken opgewonden als ze over hun kleine, maar fraaie achtertuin vertellen. “Geloof het of niet, pas vijftien maanden geleden hebben we de tegels eruit gehaald en ging alles op de schep.”
Het is inderdaad ongelofelijk. Waar je ook kijkt in de kleine achtertuin (6 x 9m) van hun middenwoning, overal zie je kruipende kruiden, bloeiende struiken en jonge bomen. Tijdens mijn bezoek landt een houtduif op een takje van de vruchtdragende krentenboom. Het takje breekt bijna af onder het gewicht van de zware vogel.
Esther en Marcel zijn fanatieke vogelaars, maar hadden niet eerder een tuin. Daarom schakelden ze de hulp in van een Tuinvogelconsulent van Vogelbescherming. Tanja Verbeeten kwam langs en ging met hen aan tafel zitten. Zij inventariseerde de wensen van Esther en Marcel, bekeek wat mogelijk was en wat goed is voor vogels en andere beestjes.
Esther: “Tanja maakte geen uitgewerkt plan, maar meer een vlekkenplan met wat je zou kunnen doen. Aan de hand daarvan heb ik zelf een ontwerp getekend en zijn we aan de gang gegaan.”
Marcel: “Tijdens de werkzaamheden kwamen we wel voor onaangename verrassingen te staan. Zoals een cementlaag onder de tegelvloer. Dat moest er allemaal uit.”
Ringmussen houden van het platteland en zijn vogels van kleinschalige landbouwgebieden en heggen en hagen. In een jonge stadswijk als hier in Zoetermeer zou je ze niet meteen verwachten. Toch zitten ze er. Esther: “Huismussen zien we hier niet, maar ik kan zó van de ringmussen genieten.”
Ringmussen zijn iets kleiner dan huismussen en herkenbaar aan de chocoladebruine pet en het zwarte vlekje op de witte wang. Ze zijn doorgaans schuwer dan huismussen, maar niet hier. Dankzij de silo’s met vogelzaad (natuurlijk van Vogelbescherming) komen de vogels steeds groepsgewijs een graantje meepikken. Het grootste aantal dat Marcel en Esther tegelijkertijd telden was veertien.
Nauwgezet noteert Esther dagelijks in haar agenda wat er in de tuin te zien is. Door het jaar heen kom je aan een indrukwekkende opsomming van gewone en verrassende soorten. Een greep uit de lange lijst.
Vogels: zwarte roodstaart (in het begin), houtduif, ringmus, kool- en pimpelmees, Turkse tortel, spreeuw, merel, ekster, kauw, roodborst en heggenmus.
Dagvlinders, zoals distelvlinder, atalanta, gehakkelde aurelia en klein koolwitje.
Nachtvlinders: huismoeder, gevorkte silene-uil, kompassla uil.
Andere insecten: grote bladsnijder, soldaatje en wolzwever.
In de tuin van Marcel en Esther bloeit de gevlekte dovenetel uitbundig. Zou je de lilakleurige bloemetjes wegdenken, dan heeft de plant iets weg van een brandnetel. Maar niet meer dan dat. De zacht behaarde bladeren hebben geen brandharen en prikken niet. De bloempjes hebben meer weg van paarse of witte dovenetel. De onderlip van de bloemhoofdjes is gevlekt. De bloemen worden overwegend bezocht en bestoven door langtongige hommels en dagvlinders. De zaden worden door mieren verspreid. Dat zit dus wel goed in deze vogeltuin in Zoetermeer.
Over hun tip hoeven Esther en Marcel niet lang na te denken: schutting eruit en haag erin. Bij wijze van spreken dan. De buren hechten aan de houten schutting, zodat Esther en Marcel besloten om een haag voor de schutting te laten groeien. Vorig voorjaar plantten ze van verschillende struiken elk twee stekken. “Gewone kale stokken van een halve meter lang met wortels. Je moet zorgen dat de lengte in de grond even lang is als wat erboven uitsteekt. Soms moest er aan de bovenkant dus een stuk af. We dachten toen: dat gaat jaren duren. Maar tot onze eigen verrassing hebben we na vijftien maanden al een heuse haag.”
Geplante stekken: vlinderstruik, egelantier, hondsroos, liguster, sleedoorn, meidoorn, vlier, hazelaar en Gelderse roos.
Een tuinreservaat is een paradijs voor wilde planten en dieren. Tuinen zijn in dorpen en steden belangrijke leefgebieden voor vogels en veel andere soorten. Bent u benieuwd wat er zich door het jaar heen afspeelt in uw tuin? Doe dan mee met de Jaarrond Tuintelling via www.tuintelling.nl! U kunt zelf kiezen welke dieren u telt en hoe vaak. De ervaring leert dat u gaandeweg steeds meer mooie soorten in uw tuin ontdekt.
Wilt u de extra stap maken en uw tuin omtoveren tot een waar paradijs voor wilde planten en dieren? Bekijk hier of u een tuinreservaat bent of kunt worden!
De Tuinvogelconsulenten van Vogelbescherming adviseren tegen een klein bedrag (leden krijgen korting) hoe je tuin vogelvriendelijk kan worden ingericht. Zelfs op het kleinste lapje is er van alles mogelijk.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je van Nico en Camilla in tien vogellessen veel tuinvogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt meteen de eerste vogelles per mail.