Door
Kees de Pater
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 8 augustus 2019
Het rapport van het IPCC maakt het volstrekt duidelijk. Intensieve landbouw en bosbouw zijn verantwoordelijk voor maar liefst een kwart van de wereldwijde broeikasgassen. Ontbossing en verdwijnen van veengebieden dragen in hoge mate bij aan de broeikasgassen. De veehouderij zorgt voor een onevenwichtig groot gebruik van landbouwgrond. Vermindering van vleesconsumptie kan leiden tot een forse vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
Dit belangrijke VN-rapport moet een aanmoediging zijn om de transitie van de landbouw te versnellen. En vooral te verbinden met het herstel van de natuur, voorbeelden op kleine schaal tonen aan dat dat kan. Het verlies aan biodiversiteit heeft veelal precies dezelfde oorzaak: intensieve landbouw en ontbossing. Nederland zou met al z’n kennis van de landbouw een hoofdrol moeten spelen in de transitie van de landbouw.
Ook al zijn we een relatief klein land, wij dragen met onze wereldwijd meest intensieve landbouw een belangrijke verantwoordelijkheid. Het is onvermijdelijk dat de veestapel omlaag moet. Dat schept tegelijkertijd ruimte voor meer natuur en vogels in het boerenland.
Een tweede maatregel – die snel genomen kan worden – is het waterpeil verhogen in veenweidegebieden. Dat gaat de uitstoot van broeikasgas tegen en is tegelijkertijd goed voor weidevogels.
Het zijn slechts twee voorbeelden van de vele dingen die we kunnen doen, maar ook dit rapport laat weer zien dat de tijd tikt. Voor klimaat én voor vogels is een andere vernieuwde landbouw noodzakelijk.