Door
Hans Peeters
Natuurjournalist
Geplaatst op 16 maart 2020
Hans Peeters is op zoek naar natuurlijke tuinen. Kleine vogelreservaatjes waar de bewoners terecht heel trots op zijn. Bij elkaar opgeteld vormen zulke tuinen een mooi en groots natuurgebied, verspreid over het hele land. Dit keer zo’n natuurlijk tuinparadijs in het hoge noorden.
Peter en Carina verhuisden in 2006 naar Sellingen, waar ze tegenwoordig een uitvaartonderneming runnen. Hun vrijstaande huis wordt omringd door heggen en hagen, honderd jaar oude bomen en een bloemenweide met imposante paddenpoel. Hun bijna-landgoed wordt afgebakend door een rij goed onderhouden knotwilgen. Peter knot de bomen om en om, zodat er altijd bomen zijn mét pruik en zonder. Die afwisseling is beter voor de vogels en mooier voor de bewoners om op uit te kijken.
Hun trots is de paddenpoel, die ze in 2015 lieten graven. “Oorspronkelijk was hier een schapenwei. We hebben de grond af laten graven en besloten om niets te planten of te zaaien. Het jaar erop werden we verrast door een grote variatie aan wilde planten en bloemen. Fantastisch! Zo kwam er spontaan cichorei op, waar de putters dol op zijn. En dagelijks komt de ijsvogel op bezoek.”
Hun woorden zijn nog niet koud of er landt een ijsvogel op de tak bij de poel.
Regen valt met bakken naar beneden en de rest van de dag blijft dat zo. Weer of geen weer, de telescoop staat altijd paraat met zicht op de paddenpoel; nu dus met een ijsvogel in beeld.
Okay, niet veel mensen hebben zo’n riante tuin, maar ook in een kleine tuin kunt u aan de slag voor vogels. Zo timmert Peter enthousiast nestkasten in elkaar, die met tientallen rondom hun huis hangen. Niet alleen voor kool- en pimpelmezen, maar ook voor gekraagde roodstaart, grauwe vliegenvanger, torenvalk (zo goed als bezet) en bosuil (bewoond). Tegen de woning hangen meerdere horizontale mussenflats, die wel iets weg hebben van rijtjeswoningen. De ringmussen uit de buurt maken er graag gebruik van.
Bij de inrichting van elke vogeltuin – groot of klein – is het raadzaam u te laten leiden door de vijf V’s. Die staan voor: Variatie – Veiligheid – Voedsel – Vijver – Voortplanting.
Zorg voor variatie in beplanting met kruiden, struiken en een of meer bomen. Ook variatie in tijd is belangrijk. Met vroege bloeiers tot laatbloeiers doet u niet alleen uzelf een plezier, maar ook insecten en vogels.
Bij onraad biedt een dichte haag of heg vogels een veilig heenkomen, bijvoorbeeld als er een sperwer of kat in de buurt is. Vogels eten insecten (bloeiende planten), vruchten (bijvoorbeeld meidoornbessen) en zijn blij met allerlei zaden in de winter. Water trekt altijd vogels aan om van te drinken of in te badderen. Een vijver(tje) of waterschaal mag niet ontbreken. Holenbroeders zijn blij met een nestkast. Vogels die een nest bouwen tussen het groen, maken dankbaar gebruik van struiken, bomen of een takkenril.
Vroeg in het voorjaar komt de zwarte roodstaart terug uit het Middellandse Zeegebied. Meneer draagt een chique grijs-zwart pak met een opvallende roestrode staart. Tijdens de trek kun je de zwarte roodstaart overal tegenkomen. In het broedseizoen kiest hij het liefst een plekje in de bewoonde wereld. Nissen of neststenen in steden, bedrijventerreinen en nieuwbouwwijken zijn favoriet. Het zijn echte insecteneters met rupsen, langpootmuggen en nachtvlinders op het menu. Zwarte roodstaarten zingen in het voorjaar graag hun liedje vanaf een hoge uitkijkpost, zoals het dak van een gebouw.
Foto: Carina Cuypers
Op mijn verzoek levert Carina een soortenlijst aan, waarop maar liefst 73 vogelsoorten, 11 soorten zoogdieren, 11 dagvlinders en 2 soorten amfibieën prijken. Daartussen opmerkelijkheden, zoals appelvink, groene specht, bonte vliegenvanger, braamsluiper en bosuil. Maar ook watersnip, zomertortel en draaihals. Verder onder andere eekhoorn, vos, steenmarter, egel, groene en bruine kikker en vele soorten insecten.
Al vroeg in het voorjaar bloeit longkruid in tuinen en bossen. De gevlekte, zilvergrijze bladeren vallen meer op dan de relatief kleine bloempjes. Deze variëren in kleur van wit naar lila tot blauw en paars. Dankzij de vroege bloei weet longkruid ook in maart en april bijen en hommels naar uw tuin te lokken. Bent u eenmaal de gelukkige bezitter van longkruid, dan kruipt de plant via wortelstokken door uw tuin. U weet zich tot in lengte van jaren verzekerd van deze dankbare, niet zo opvallende plant.
Foto: Hans Peeters
Tuinen zijn in dorpen en steden belangrijke leefgebieden voor vogels en andere soorten. Jammer genoeg is de trend steeds meer verstening. Maar hoe leuk is het wanneer u kunt genieten van al het leven in uw eigen tuin? Stenen eruit, groen erin! Bent u benieuwd wat er zich door het jaar heen afspeelt in uw tuin? Doe dan mee met de Jaarrond Tuintelling!
Wat er allemaal in tuinen leeft aan verschillende soorten vogels, vlinders, zoogdieren en insecten weten we nauwelijks. Met jouw hulp proberen we dat goed in beeld te krijgen. Ook jouw tuin zit vol leven.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je van Nico en Camilla in tien vogellessen veel tuinvogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt meteen de eerste vogelles per mail.