Geplaatst op 2 november 2015
Vanaf eind september, maar vooral in oktober, stroomt Nederland vol met roodborsten. Meestal gaat dat geleidelijk, maar dit jaar was er rond 17 oktober sprake van een ware invasie van roodborsten. Omdat het in het herkomstgebied Scandinavië heel gunstig trekweer was (wind in de rug, hoge luchtdruk) besloten miljoen trekvogels het erop te wagen. Boven de Noordzee en boven Nederland was het echter zwaar bewolkt en regenachtig en daardoor onderbraken veel vogels hun trek. Het miegelde daarom aan de kust, maar ook op veel plaatsen in het binnenland, van de roodborsten. Dit resulteerde in taferelen waarbij roodborsten elkaar constant op de huid zaten op plaatsen waar veel roodborsten op een kluitje zaten; want roodborsten verdragen elkaar slecht in deze tijd. De dagen erna trok een deel weer verder. Maar een ander deel blijft in Nederland om hier te overwinteren en voegt zich bij onze broedpopulatie, waarvan een deel ook hier blijft. Onze broedvogels overwinteren vooral in loofbossen. Naaldbossen worden ’s winters verlaten. Een ander deel van de Nederlandse broedvogels trekt weg, onder andere naar Spanje en Portugal.
Het zijn de overwinterende roodborsten die nu in bossen, maar vooral in parken en tuinen, zingen en een territorium bezetten. De zang kun je vooral op rustige, zonnige dagen horen. Vaak vroeg in de ochtend, maar ook in de avondschemering en in steden – zoals op het Rembrandtplein in Amsterdam – soms zelfs wel ’s nachts. De herfstzang verschilt enigszins van die in het voorjaar omdat hij rustiger wordt voorgedragen, de frases langer zijn en de zang daardoor in onze oren wellicht wat melancholieker klinkt. Bijzonder is dat zowel mannetjes als vrouwtjes tegen elke roodborst een territorium verdedigen, ongeacht het geslacht. In de loop van de herfst zijn de grenzen voldoende gemarkeerd, herkent elke roodborst zijn buren en neemt de zang af. Maar zodra er een indringer verschijnt, begint een roodborst weer te zingen.