Door
Idde Lammers
Redacteur Vogels
Geplaatst op 15 maart 2022
In Vogelfamilies van Nederland beschrijf je 264 vogelsoorten die regelmatig als broedvogel, doortrekker of overwinteraar in Nederland worden waargenomen. Na de plaats van een familie in de vogelstamboom begin je steevast met een algemene beschrijving van de familie waartoe de soorten behoren. Vanwaar deze keuze?
Marcel: “Soorten die tot dezelfde familie behoren hebben vaak overeenkomende eigenschappen. Zowel qua uiterlijk, leefwijze en gedrag. Als je meer over een familie weet, dan weet je tegelijkertijd meer over de soorten binnen die familie. Het brengt ook ordening aan. Er zijn meer dan 10.000 soorten vogels, maar slechts 40 orden. Dat zegt veel over de verwantschap.”
Vroeger werden vogels vooral in orden en families ingedeeld op basis van uiterlijk en gedrag. Door DNA-onderzoek is die indeling behoorlijk op de schop gegaan. Hoe en wanneer heeft dat plaatsgevonden?
Marcel: “In de jaren tachtig kwam nieuwe informatie beschikbaar op basis van vergelijkend DNA-onderzoek. Dat veroorzaakte een radicale omwenteling in het denken over de indeling van de hedendaagse vogels. Dat was echter nog gebaseerd op DNA-hybridisatietechnieken, die inmiddels alweer achterhaald zijn. Snellere DNA-technieken hebben alweer tot nieuwe familie-indelingen geleid. Voor de indeling van orden en vogelfamilies in dit boek is de nieuwste IOC World Bird List of Modern Birds van 2021 toegepast.”
Kun je hier een voorbeeld van noemen?
Marcel: “Valken bleken genetisch veel meer verwant aan papegaaien en zangvogels dan aan de havikachtigen. Niet alleen uit het DNA bleek verwantschap van valken met papegaaien, ook uiterlijk en in gedrag hebben valken veel met papegaaien gemeen. Zoals de lichaamsvorm met de ronde kop, de snavel met ronde neusgaten en het broeden in holen. Havikachtigen hebben langwerpige neusgaten en bouwen nesten. De boomvalk eet libellen uit het vuistje, wat ook papegaaien doen en havikachtigen niet. Valken zou je dus met een beetje fantasie roofpapegaaien kunnen noemen.”
Ook bij de kleine lijsters heeft DNA-onderzoek tot een andere indeling geleid?
Marcel: “Klopt. Kleine lijsters werden voorheen ingedeeld bij de echte lijsters. Deze groep zangvogels: roodborsten, blauwborsten, nachtegalen en tapuiten zijn nu ingedeeld bij de familie vliegenvangers.”
In je boek ga je ook in op de afstamming van vogels. Hoe is die evolutie verlopen?
Marcel: “Vogels stammen af van gevederde dinosaurussen en zijn verwant met reptielen. Dat kun je bijvoorbeeld nog zien aan de geschubde poten van vogels. Volgens de nieuwste stamboom staan arenden en haviken aan de basis van alle landvogels. Het lijkt er dus op dat de voorouder van alle landvogels een roofvogel was. De huidige vogelfamilies ontstonden tussen 70 en 65 miljoen jaar geleden. Door kleine genetische veranderingen over een uitgestrekte periode zijn de huidige 10.787 soorten ontstaan.”
Gaat die soortvorming nog altijd door?
Marcel: “Absoluut. Vooral door menselijke activiteiten veranderen de omgevingsfactoren voor vogels snel. Ze moeten zich hieraan aanpassen. Als dit niet lukt kan een soort uitsterven. De merel is bijvoorbeeld een soort die zich succesvol heeft aangepast aan de menselijke omgeving. Aanvankelijk waren merels schuwe bosvogels. De ‘stadsmerel’ is tegenwoordig kleiner van lijf, maar wel zwaarder dan de ‘bosmerel’ en heeft een stompere snavel en langere vleugels. Een stadsmerel begint drie weken eerder met zingen en de frequentie is hoger. Ze moeten met hun zang wel boven het stadsrumoer uit kunnen komen. Zodra stadsmerels en bosmerels niet meer samengaan, zijn er nieuwe ondersoorten ontstaan.”
Heb je daar nog een voorbeeld van?
Marcel: “Scholeksters van het wad hebben verschillende foerageermethoden. Een deel van de scholeksters hakt mossels op een harde ondergrond open, de zogeheten hakkers. Een ander deel dringt de schelp binnen via de sluitspier, de wrikkers. Scholeksters zoeken een partner met dezelfde foerageertechniek. Ook dat kan op den duur nieuwe soorten opleveren.”
Je gaat bij familiebeschrijvingen en de individuele soorten inhoudelijk veel verder dan in teksten uit traditionele vogelgidsen. Er staan echt enorm veel leuke wetenswaardigheden in. Waar heb je al deze kennis opgedaan?
Marcel: “Ik verzamel al meer dan 30 jaar vogelfeiten. Uit kranten, tijdschriften, wetenschappelijk onderzoek, et cetera. Als ik op zondag naar Vroege Vogels luister, heb ik altijd een notitieblok in de buurt. Als ik iets nieuws over een vogel hoor, dan schrijf ik dat meteen op. Zo is in de loop der jaren een uitgebreid archief ontstaan. Een samenvatting hiervan is de basis voor mijn boek geweest. Over de aantalsontwikkelingen van alle beschreven soorten heb ik gebruik gemaakt van recente data van Sovon.”
Om een voorbeeld te noemen, hoe zit dat het met ontstaan van nieuwe vogelsoorten door het benutten van verschillende voedselniches?
Marcel: “Bekend zijn natuurlijk de vijftien verschillende Darwinvinken, die allemaal afstammen van een en dezelfde vink doordat ze verschillende voedselniches zijn gaan benutten. Je kunt datzelfde zien bij heel veel vogelfamilies. Bijvoorbeeld bij rietzangers of mezen, die waarschijnlijk allemaal zijn voortgekomen uit één vogel. Je zou dat net als bij Darwinvinken kunnen afleiden uit de verschillende voedselniches die vogels binnen een familie benutten. Zo heeft ook elke echte bosmezensoort zijn eigen voedselniche. Pimpelmezen foerageren hangend aan heel dunne takjes, koolmezen zijn daar te zwaar voor. Kuifmezen hebben een grote voorkeur voor grove dennen. De zwarte mees houdt zich vooral op in de toppen van sparren. Matkoppen scharrelen onderin en glanskoppen vooral in het midden van bomen. Zo helpt specifieke kennis van een bepaalde soort binnen een familie met het determineren van twee uiterlijk sterk op elkaar lijkende soorten.”
In je boek staan 275 schitterende illustraties van Jos Zwarts. Waarom zijn deze in zwart-wit en niet in kleur?
Marcel: “Jos had al deze zwart-wit illustraties van 2010 -2014 gemaakt voor publicaties van deze familiebeschrijvingen in het blad ’het Vogeljaar’. Bovendien heeft hij de soorten zo karakteristiek getekend, dat je meteen ziet om welke soort het gaat. Kijk, in een echte vogelgids zijn kleuren natuurlijk van groot belang, maar dat is mijn boek niet. In mijn boek kun je veel leren over de verschillende families en individuele soorten. Daar ligt de nadruk.”
In 2020 is je vorige boek uitgegeven: Wat maakt vogels zo interessant? Die ga ik na genoten te hebben van dit boek zeker ook lezen. Heb je al ideeën voor een volgend boek?
Marcel: “Dat boek heb ik inmiddels al geschreven: ‘De makkelijkste vogelgids voor beginners’. Er zijn meer vogelgidsen die dit pretenderen, maar persoonlijk gezegd, vind ik die nog veel te ingewikkeld. Ik houd het echt simpel. Qua beschrijving en aantallen soorten. Het moet een gids met een ringband worden, zodat hij makkelijk openslaat en door het formaat van 10 bij 20 centimeter kan hij gemakkelijk in je jaszak. Nu alleen nog een uitgever vinden…”
Door Marcel Boer, met illustraties van Jos Zwarts, 2021
Zachte kaft, 364 pagina’s
ISBN: 9789050118361
Prijs: € 27,95
Uitgever: KNNV Uitgeverij
Verkrijgbaar in de winkel en in de webshop van Vogelbescherming Nederland
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.
In onze webshop vind je alles voor en over vogels. Van vogelgidsen en verrekijkers tot nestkasten en vogelvoer. Met elke aankoop steun je ons werk en help je kwetsbare vogels beschermen.