Door
Marijn de Bruin
Geplaatst op 29 september 2021
In het Westelijk havengebied van Amsterdam lopen we naar een vogelkijkhut die vlak naast een gigantische containerloods is neergezet. “Als je weet wat ik hier heb meegemaakt…,” begint Martin, “met die honderden plevieren... Dit was zand, van hier tot aan het Noorzeekanaal was het zand; veertig vierkante kilometer jong duingebied. We hadden jaren erbij dat hier 70 paar strandplevieren, 140 paar kleine plevieren en 70 paar bontbekplevieren broedden. Dan durf ik wel te zeggen dat ik een geluksvogel was.”
Lang geleden bracht Martin hier tijd door met zijn leermeester meneer Walters. “Hij holde van ei naar ei en ik vroeg hem als kritisch pubertje: ‘Meneer Walters, waarom meet u nou al die eieren allemaal?’ Later werd het me allemaal duidelijk. Walters was toen de mondiale autoriteit op het gebied van plevieren. Zijn meetgegevens en onderzoeken werden internationaal gepubliceerd. Die man werkte zich een slag in de rondte, hij had een fulltime baan als inkoper bij Van Gelder Papier. Maar in de avonden en in het weekend ging hij naar buiten voor onderzoek. Jaar in jaar uit ringde hij plevieren, mat ze en woog de eieren.”
“Sommige plevieren werden dertien jaar oud, bewezen door ze terug te vangen. Walters ontdekte ook dat het mannetje kleine plevier vaak de jongen groot brengt. Sommige plevieren kenden huwelijkstrouw, soms 3 zomers achter elkaar. Overspel kwam ook voor. Of juist dat pa met de jongen rondliep, en ma met een andere kerel alweer eieren had.”
Martin heeft kleine plevieren op de meest onvoorstelbare plekken rondom Amsterdam zien broedden. “Als er een stukje land met zand werd opgespoten zat ie er weer. Eens broedde er een paartje kleine plevieren vlak naast de hoge Rembrandtoren. Mensen vroegen zich af, hoe is dat mogelijk? Maar de kleine plevier broedt ook in de Himalaya op 3500 meter hoogte en kijkt dan op tegen de Mount Everest. Zo’n Rembrandtorentje daar zit ie niet mee…
Vanuit de hut kijken we uit over een klein plasje omgeven door rietkragen. Martin somt een aantal vogels op die bij het plasje in de broedtijd voorkomen; dodaars, rietzanger, rietgors, blauwborst, kleine karekiet en cetti’s zanger… Hij wijst naar de loods. “Al die daken moeten hun regenwater kwijt en dan lift de natuur mee. De haven heeft hier een vogelkijkhut neergezet. En ik heb die ijsvogelwand bedacht, het zat hier namelijk ook vol ijsvogels. Na afgelopen winter met een lange koudeperiode is het er nog maar een.”
Achter het rietplasje ligt een boomrijk gebied. “In dat bos broedden eerst sperwers, daarna broedde er jarenlang een havik, en nu heeft een boommarter het nest van de havik leeggehaald… Je kan wel zeggen die soort verdwijnt, maar dan moet je ook zeggen, ja maar die boommarter komt erbij. Verandering is in de natuur de enige constante.”
We wandelen de hut uit en lopen naar een felroze picknicktafel iets verderop. “Hier kreeg ik te horen van de directeur van de KNNV Uitgeverij dat dit boekje zou worden uitgegeven. De directeur zei: dit is een hartstikke leuk boek. Het gaat over een leven lang belevenissen van een hartstochtelijke liefhebber van de Amsterdamse natuur. Iedereen die wat met natuur heeft, zou dit boekje hebben kunnen schrijven, maar ik heb natuurlijk wel heel veel indrukken opgedaan.”
“Langzamerhand ben ik er wel achter, er moet een gen zijn bij de natuurliefhebber. Bepaalde mensen hebben dat gen en zijn nieuwsgierig naar de soorten in hun omgeving. Bij mij begon dat met vogels. Ik wilde weten wat voor vogeltjes het waren. Daarom nam ik een toneelkijker van mijn moeder mee naar het Amsterdamse bos. Maar die haalde nauwelijks dichterbij. Daarom heb ik de afkorting kgk’je geannexeerd; kleine grijze kolerevogeltjes; Als die beesten hun bek niet opendoen, weet ik niet wat het zijn!”
Het Amsterdamse Bos, de Diemer Zeedijk, het Vondelpark tot het Westelijke havengebied; als stadsecoloog heeft Martin veel plekken zien veranderen. En voor de natuur zeker niet altijd voordelig. “Ja, als iemand veel kwijt is geraakt, ben ik het wel. Amsterdam en de natuur is als water en vuur. Maar ja, die 40 vierkante kilometer hier zijn natuurlijk nooit opgespoten, zodat ene Martin Melchers dan plevierennesten kon zoeken voor meneer Walters.”
Op de achtergrond horen we druk vogelgeschetter. Martin richt zijn blik naar de loods “Kijk die mooie boerenzwaluwtjes daar op de rand van de loods. Ze verzamelen daar, en dan zegt er op een gegeven moment één 'poef'! En dan gaan ze naar het zuiden…”
U kunt het boek Geluksvogel van Martin Melchers kopen of bestellen bij uw lokale boekhandel, of via de website van KNNV Uitgeverij.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.
In onze webshop vind je alles voor en over vogels. Van vogelgidsen en verrekijkers tot nestkasten en vogelvoer. Met elke aankoop steun je ons werk en help je kwetsbare vogels beschermen.