Nepalees verbod op Diclofenac les voor Europa

Hoe dramatisch het gebruik van het ontstekingsremmende middel Diclofinac in de veeteelt voor gieren kan zijn, bleek in India, Pakistan en Nepal. In de jaren ‘80 vlogen hier nog miljoenen gieren rond, maar door het gebruik van dit medicijn werd in nog geen 25 jaar tijd bijna de volledige gierenpopulatie van de kaart geveegd. In Nepal stierf zo’n 97% uit, in India zelfs meer dan 99%. Gieren krijgen het medicijn binnen als ze dode dieren eten die ermee zijn behandeld, vervolgens legt het hun nieren vrijwel direct plat waarna ze sterven.

In maart 2006 besloot de Nepalese regering tot een verbod op het gebruik van Diclofinac, maar tot in 2011 bleef het medicijn vrij verkrijgbaar. Een jaar later blijkt uit onderzoek dat de populatie gieren in Nepal alweer aan het groeien is. In mei 2018 zat het aantal gieren al op ongeveer 80% van het aantal in 2002. Volgens de onderzoekers toont dit het directe verband aan tussen het verbod op Diclofinac en het aantal gieren. Ook in India neemt het aantal gieren toe, maar dit is nog niet met cijfers te onderbouwen.

Sinds 2014 is Diclofinac ook in Europa vrij verkrijgbaar. Het medicijn wordt in onder meer Italië en Spanje op grote schaal gebruikt om ziek vee te behandelen of om ziektes te voorkomen. Juist in deze landen leeft de bulk van de Europese gieren. Uit onderzoek in Nepal blijkt dat één flesje Diclofinac van 30 milliliter 350 tot 800 gieren kan doden, desondanks hebben alle bewijzen hoe schadelijk dit middel is nog niet tot een verbod geleid.

BirdLife International, de koepelorganisatie waar Vogelbescherming partner van is, pleit al jaren in Brussel voor een verbod op Diclofinac. Het herstel van de gierenpopulatie in Nepal is daarbij een nieuw argument. Hopelijk trekt Europa zijn lessen uit de opgedane ervaringen in Zuid-Azië.