Geplaatst op 18 juni 2019
‘Op weg met nieuw perspectief’ is de langverwachte vertaling van de mooie kringlooplandbouwvisie ‘waardevol en verbonden’ van Minister Schouten. Helaas biedt het uiteindelijke plan weinig garanties voor herstel van natuur, milieu en landschap. Ook voor het toekomstperspectief van de boeren biedt het plan weinig houvast. De natuur- en milieuorganisaties vinden dat het realisatieplan ambitieuzer en slimmer moet om alle uitdagingen het hoofd te bieden én boeren duidelijkheid te geven voor de lange termijn. Dit is urgenter dan ooit, gezien de overmatige stikstofbelasting op de natuur, de dreigende overschrijding van het fosfaatplafond, de insectensterfte door met name landbouwgif en de nog steeds doorgaande afname van boerenlandvogels.
De natuur- en milieuorganisaties - Vogelbescherming Nederland, Milieudefensie, Natuur & Milieu, Natuur- en Milieufederaties, SoortenNL en het Wereld Natuur Fonds - vinden het onbegrijpelijk dat de reductie van de veestapel geen aandacht krijgt in het plan. Zowel de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur als het Planbureau voor de leefomgeving constateerden het afgelopen jaar dat een kleinere veestapel noodzakelijk is om milieudoelen en kringlooplandbouw te realiseren. Hoe gaan we de transitie naar een beter verdienmodel voor boeren met minder dieren vormgeven? Het antwoord van de minister op deze vraag blijft uit. Het ministerie van LNV schetst in haar plan een pad gebaseerd op vrijblijvende overlegmomenten en sectorafspraken. Een duidelijke regierol vanuit de overheid ontbreekt, terwijl deze zo hard nodig is om de complexe vraagstukken die ons voedselsysteem kent op te lossen.
Kringlooplandbouw moet aantrekkelijk zijn voor boeren. Dat kan door nieuwe verdienmodellen, waarin bedrijfsleven, consumenten, overheden en financiers, boeren gaan belonen en waarderen voor prestaties op het gebied van biodiversiteit, milieu en klimaat. Een landbouw die produceert in balans met natuur levert zowel de maatschappij als de boer kostenbesparing op: de maatschappelijke kosten zijn lager en de boer hoeft minder uit te geven. Denk hierbij aan kosten voor voer, mestverwerking en bestrijdingsmiddelen. Uit onderzoek blijkt dat deze boeren ook vaak betere bedrijfseconomische resultaten behalen: de top 25 procent duurzaamste melkveehouders behaalden betere economische prestaties dan de overige 75 procent. Dat de minister noodzakelijke keuzes hierover uit de weg gaat, maakt de weg naar een duurzame landbouw langer dan nodig.
Vogelbescherming stelde factsheets samen op basis van alle onderzoeken in binnen- en buitenland. Gratis, voor iedereen die betrokken is of meer wil weten over weidevogels.
Er is helaas bijna geen geschikt leefgebied meer voor typische boerenlandvogels zoals de grutto, kievit of patrijs. Vogelbescherming is vastberaden om te investeren in de volle rijkdom van het Nederlandse landschap. Vol drassige, bloemrijke weides
en natuurrijke akkers.