Geplaatst op 7 januari 2015
De koolmees is één van de eerste vogels die je hoort. Hij is vermaard om zijn repertoire aan geluiden. De man van de koolmees kent wel veertig liedjes. Door overal in zijn territorium een ander deuntje te zingen, denken mezen uit de omgeving dat het gebied al druk bewoond is door koolmezen. Als je het geluid kent, hoor je de opvallende koolmeeszang ineens overal.
Naast de koolmees laten ook de boomklever en de boomkruiper zich vroeg in het voorjaar horen. Als dan de zanglijster en de merel gaan zingen voelt het al helemaal als voorjaar! Maar zo ver zijn we nog niet...
Er zijn ook vogels die, na de rustige ruitijd, in de herfst en de winter zingen, zoals de roodborst en de winterkoning. Zij houden er in die periode namelijk een territorium op na.
De dagen worden weliswaar langer, maar de echte winter moet nog komen. Als het dan koud wordt hebben vogels behoefte aan meer (vet) voedsel. Zeker als het vriest of als er sneeuw ligt. Warm blijven in de kou kost namelijk veel energie. In een koude nacht verliezen kleinere soorten wel tien procent van hun gewicht. Strooi dus wat voer; daar komen ze graag van eten. Als extra energiebron kun je vetbollen en pinda’s ophangen. Vetbollen zijn goed zelf te maken, net als een pindasnoer. Maar de makkelijkste manier is voer kopen. Verantwoord vogelvoer vindt u in onze webshop.
Bij lichte vorst kunt u vers water aanbieden. Er wordt van gedronken en in gebadderd. Dit is geen probleem. Het water rolt direct van de ingevette veren, dus bevriest niet.
Bij strenge vorst kunt u beter geen open (warm) water aanbieden. Als er geen sneeuw ligt waar vogels hun dorst mee lessen, kunt u ijs vergruizen zodat ze dat gruis kunnen oppikken. Erg koud in de buik, dus het kost wat energie, maar het voorziet wel in de vochtbehoefte.