Door
Fred Wouters
Directeur Vogelbescherming
Geplaatst op 11 februari 2021
Soms denken mensen dat Sovon en Vogelbescherming één organisatie zijn, wat niet zo is.
“Heel herkenbaar. Daarom blijven wij - net als jullie - benadrukken dat we verschillende rollen hebben en onafhankelijk van elkaar opereren. Sovon levert via systematische tellingen en wetenschappelijke analyses de informatie over de stand en verspreiding van vogelsoorten ….”
…en wij zijn afnemer van de cijfers en trekken aan de bel als het met soorten niet goed gaat. Door die knip tussen jullie onderzoek en onze belangenbehartiging, hoeft er geen discussie te zijn over de aantallen vogels. Heel prettig!
“We hebben onderzocht wat onze vogeltellers motiveert. Dat is vooral een bijdrage leveren aan de kennis over vogels. Daarnaast hopen zij dat hun gegevens gebruikt worden voor de bescherming van wilde vogels. Dat is dus ook de goede volgorde. Zo weten we dat de tellers in het veld hun stinkende best doen om goede gegevens te verzamelen door de methodes goed toe te passen. Ze weten ook dat als ze dat niet doen, er gezeur komt over de kwaliteit van de cijfers.”
Onze verschillende rollen staan natuurlijk een goede samenwerking niet in de weg, zoals bijvoorbeeld bij de Tuinvogeltelling voor alle Nederlanders in januari, en de Jaarrond Tuintelling.
“De Tuinvogeltelling zien we vooral als een goed middel om aandacht te vragen voor vogels. De Jaarrond Tuintelling levert meer verdiepende gegevens op over stadsnatuur. Tot mijn grote tevredenheid komt uit dat project ook een nieuwe groep mensen voort die wil bijdragen aan de kennis over vogels. Juist in tuinen is dat belangrijk omdat daar lacunes zaten. Onze meer fanatieke tellers kiezen vaak voor natuurgebieden om daar vogels te monitoren.”
Wij kunnen op basis van de vogeltrends die jullie signaleren politiek en publiek mobiliseren. Wat soms ingewikkeld kan zijn, want veel vogels doen het slecht, met name op het platteland, maar met sommige soorten gaat het gewoon goed.
“Ja, het is allebei waar. In Nederland zie je positieve resultaten op de plekken waar ecosystemen worden hersteld. Dat is gunstig. Ongunstig is de steeds verdergaande eenvormigheid. Vroeger kon je aan de vogels zien waar je was. Een ortolaan die hoort bij een bepaald type kleinschalig landschap is bijvoorbeeld, al langer geleden, uit ons land verdwenen. Jammer is dat áls het dan goed gaat met soorten, vaak de nadruk komt te liggen op problemen. Zie bijvoorbeeld de mooie aantallen van de ganzen of aalscholvers.”
Helemaal waar. Welke vogeltrend vind jij het meest positief?
“De terugkeer van de grote roofvogels. Dat stemt mij optimistisch. Op zoveel plekken kan je nu zeearenden tegenkomen. De visarend is terug als broedvogel. De aanwezigheid van zulke toppredatoren betekent dat een hele voedselketen goed functioneert. Hun aanwezigheid is een kroon op het werk van natuurbeleid.”
Al vinden sommige mensen de toename van de slechtvalk nu alweer een plaag.
“Precies wat ik zeg, we kunnen in Nederland niet van onze successen genieten!”
Wat zijn jullie vernieuwende projecten?
“Onze kracht is vooral om gedurende een lange periode op een vergelijkbare manier te tellen. Dat geeft inzichten in hoe het met soorten gaat. Nieuw is dat we samen met anderen ook steeds meer gegevens verzamelen over zaken als broedsucces en kuikenoverleving, waardoor we een soort burgerlijke stand van vogels kunnen aanleggen. Dat maakt het ook mogelijk om trends te voorspellen, waar overheden en Vogelbescherming op kunnen anticiperen.”
Welke vogel is jou het meest dierbaar?
“Vele, maar dat is het politiek correcte antwoord. Ik heb een groot zwak voor de allerkleinste vogels in onze avifauna en dan vooral de staartmees. Een dotje veren van een paar gram die altijd druk doende is en zich bijna niks aantrekt van jouw aanwezigheid.
Spechten roepen ook positieve emoties bij mij op. Zo ongelofelijk leuk vind ik ze, zowel in Nederland als daarbuiten. Doordat ze vaak aan bomen hangen, bewegen ze zich anders voort dan veel andere soorten en ze maken op mij een vrolijke en brutale indruk. Mooi ook dat de grote bonte spechten het goed doen in Nederland. Ze kunnen zich heel goed aanpassen. Veel mensen genieten van deze soort die overal opduikt, ook in tuinen. En daar geniet ik dan ook weer van.”
Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland werken op vele fronten goed samen. Zoals bij de laagdrempelige vogeltellingen van de Nationale Tuinvogeltelling, de Jaarrond Tuintelling en het Meetnet Urbane Soorten. Ook organiseren we gezamenlijk ‘Jaren van…’ om door middel van een ‘Vogel van het jaar’ aandacht te vragen voor vogels die in aantal achteruit gaan. En is Vogelbescherming bijvoorbeeld partner van de Landelijke Dag van Sovon, waarbij vogelaars uit alle windstreken elkaar ontmoeten en informatie opdoen. De gegevens die Sovon dankzij vele vrijwillige en deskundige vogeltellers verwerkt tot betrouwbare informatie over de stand van de Nederlandse vogelsoorten, is voor Vogelbescherming een belangrijk uitgangspunt in het bepalen waar we ons het meest sterk voor maken.
Duizenden vrijwilligers van Sovon tellen het hele jaar door vogels. Zo dragen ze bij aan het onderzoek naar de vogelstand. Op basis van de telgegevens van Sovon is bekend welke vogels voor- of juist achteruit gaan in aantal. U kunt meehelpen! Er zijn ook laagdrempelige vogeltellingen en diverse (online) cursussen.
Hoe gaat het met een vogelsoort? Wat veroorzaakt een eventuele achteruitgang? Wat zijn effectieve maatregelen om die achteruitgang aan te pakken en een soort te beschermen? Vogelbescherming ondersteunt en initieert om die reden wetenschappelijk onderzoek.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.