Herken je deze 5 vogels in winterkleed?

Vogels hebben mooie, felle opvallende kleuren en patronen in het broedseizoen. Dan willen ze laten zien hoe sterk en gezond ze zijn. Vooral mannetjes. In de winter is dat niet zo nodig, sterker, dan kost het alleen maar onnodig veel energie, al dat spektakel en val je ook nog eens extra op voor roofdieren. Sommige vogels zien er ’s winters daarom heel anders uit dan ’s zomers.

De fuut om mee te beginnen. Ze leven waar zoet water is, van stadsparken en grachten, tot moerasgebieden en rivieren. Tijdens de jaarlijkse Tuinvogeltelling in januari worden ze ook regelmatig in tuinen gezien: vaalbruin en wit, met een bleke snavel. Ze worden daarom niet altijd meteen herkend als fuut.

Dat komt omdat ze er ’s zomers anders uitzien en dat is hoe veel mensen ze wél kennen. Ze hebben dan een roodbruine krans rond het witte gezicht, overlopend in lange zwarte, hangende kopveren. De ogen zijn felrood en op de kop pronken twee pikzwarte pluimen, soms plat en tijdens de balts zeker overeind.

Dan de welbekende spreeuw: zwart, maar niet zomaar zwart. Nu, in de wintermaanden zien we ze met opvallende witte spikkels. Daardoor worden ze soms aangezien voor een notenkraker, maar die is een kop groter: formaat kauw. In broedkleed zijn ze echter zwart met een prachtige metallic gloed van paarse, blauwe en groene kleuren. Onvergelijkbaar bijna. Jonge spreeuwen, dat is weer een ander verhaal, die zijn bruin of deels bruin.

In de winter zul je in steden vaak een kleine meeuw met een ‘koptelefoontje’ aantreffen. Hij is van alle markten thuis en komt op vele manieren aan voedsel. Veel mensen realiseren zich niet dat dit gewoon een kokmeeuw is, maar dan in winterkleed. Want in voorjaar en zomer heeft deze meeuw een chocoladebruin gezicht, dat een stuk bekender is. Het lijken wel twee verschillende soorten.

Vinken, algemene tuinvogels, zijn in de winter gewoon een wat fletsere en minder opvallende versie van zichzelf. Minder zwart, minder knalkleuren, gewoon lekker rustig. Wel leuk om eens op te letten nu je het weet.

Kepen zijn de noordelijke neefjes van onze vinken, die broeden in Scandinavië. In Nederland broeden ze niet of nauwelijks, dus wij kennen ze eigenlijk alleen in hun winterkleed met bontbruine kop en mantel (dat is de bovenrug/ondernek). Jammer dat we de mannetjes nooit in vol zomerornaat zien, want met hun glanzend zwarte kop en mantel en egaal oranje borst zijn ze een lust voor het oog. Maar goed, wij weten niet beter, dus herkennen ze het beste in hun winteroutfit.