Geplaatst op 29 januari 2016
De groenling is gevoelig voor Het Geel (trichomonose), een ziekte veroorzaakt door de protozoaire parasiet, Trichomonas gallinae. Deze ziekte is algemeen bekend als één van de doodsoorzaken bij duiven. Maar sinds enkele jaren is Het Geel in Nederland ook als doodsoorzaak aangetoond bij groenlingen.
Vogels die Het Geel hebben, zijn suf, zitten met bolle veren en vliegen niet graag. Het innemen van voedsel en water is vaak moeizaam en voedsel kan weer opgerispt worden en uit de bek vallen. Door het slecht kunnen eten, vermageren de vogels. Het verloop van de ziekte kan snel gaan. In meeste gevallen wordt het gekarakteriseerd door een witgele, kaasachtige ophoping in de mondholte, keel, krop en slokdarm. Dit beeld past ook bij andere ziekten, zoals vogelpokken, vandaar dat niet gesteld kan worden dat vogels met een gelige, kaasachtige substantie ook daadwerkelijk Het Geel hebben. Alleen nader onderzoek kan dat uitwijzen.
Het is belangrijk om bij het voeren van tuinvogels de noodzakelijke hygiëne in acht te nemen om te voorkomen dat het voeren een averechtse werking heeft en de vogels doodgaan door ziekten die via de voerplaats worden overgedragen.
Het DWHC wil, samen met Sovon, het Vogeltrekstation en de Universiteit Utrecht, beter zicht krijgen op de aanwezigheid en de verspreiding van Het Geel onder groenlingen en andere vinkachtingen in Nederland. Uit andere landen is bekend dat ook andere vinkachtigen gevoelig kunnen zijn voor Het Geel. In het Verenigd Koninkrijk wordt deze ziekte in verband gebracht met een sterke daling van de populatiegrootte van de groenling aldaar. In Nederland lijkt de ziekte (nog) geen effect te hebben op de populatie. Maar dit is een punt dat ook onderzocht zal worden door de betrokken instanties.
Voor het onderzoek zijn vers gevonden dode groenlingen nodig. Vers betekent dat ze maximaal 1 dag dood zijn en niet zijn ingevroren. Meld daarom zo snel mogelijk dode groenlingen en andere vinkachtingen.
U kunt dieren melden via de website van het DWHC en/of via sovon.nl/dodevogels, waarbij de inzender dan moet aanvinken dat hij het dier wil insturen voor onderzoek.
Na het melden van het dier, wordt er contact met u opgenomen en overlegd of het dier wordt opgehaald. U krijgt dan een instructie hoe het dier te verpakken. Het DWHC heeft geen ophaaldienst die het kadaver uit het veld ophaalt, maar wel een koerier die het in plastic zakken verpakte kadaver bij de melder (of een ander postcode-adres) kan ophalen. Het is belangrijk dat het dode dier zo koel mogelijk wordt bewaard (maar niet ingevroren), tot het wordt opgehaald.