Door
Monica Wesseling
Natuurjournalist
Geplaatst op 1 september 2020
De Workumerwaard, Warkumerwaard op zijn Fries, is een buitendijks natuurgebied aan de Friese rand van het IJsselmeer. Het bestaat uit twee delen; een binnenwaard – als polder in gebruik genomen – en een nattere buitenwaard (Warkumerwaard bûtenwaard). De buitenwaard is niet beschermd met een kade tegen de invloed van wind en water en is daarmee dynamisch. De overgang van land naar water verloopt geleidelijk.
En dat is mooi en precies zoals we het graag zien. Geleidelijk betekent zand en slikplaten; ideaal als slaap-, rust- en foerageergebied voor vogels. Omdat de binnenwaard voor een deel in handen is van It Fryske Gea en overigens agrarisch natuurbeheer kent, vinden vogels én bloemen hier een goede plek. De blik gaat natuurlijk vooral naar de gevleugelde, maar kijk vooral ook even naar het laatste heelblaadjes, watermunt, koninginnekruid en waterkruiskruid.
Terug naar de vogels, naar die goudplevieren. Goudplevieren broeden sinds 1974 helaas niet meer bij ons, maar bivakkeren hier gelukkig nog wel in de winter. Rond eind augustus komen ze aan uit hun broedgebieden in Scandinavië en Rusland waar de winters te koud zijn om nog voedsel te kunnen zoeken.
Goudplevieren eten vooral wormen en, in mindere mate, andere bodemdieren. Het zijn net als kieviten zichtjagers en foerageren dan ook op dezelfde manier. Lopen, stilstaan, pikken, lopen, stilstaan, pikken.
De binnenwaard met zijn rust en voedselrijke bodem is in trek: enkele honderden vogels zijn er altijd wel te vinden. Zelfs duizenden komt geregeld voor.
Op die weilanden ook heerlijk veel wulpen en – veel kleinere aantallen – tureluurtjes, scholeksters en groepjes spreeuwen. Let vooral ook op ‘iets licht geelbruins’ verborgen in de vegetatie: velduilen. Hier zijn ze soms te zien.
Grote cadeaus, die velduilen met hun schommelende vlucht. En niet alleen zij. Want langs de Workumerwaard in het IJsselmeer willen in augustus - tot half september - nogal eens reuzensterns rusten; sterns met een spanwijdte van een meter en een opvallende dieprode snavel. Ze zijn te zien vanaf de uitkijktoren aan het eind van de Slinkewei, of de uitkijkheuvel bij It Soal.
Van de binnenwaard naar de buitenwaard waar in september wellicht nog een enkele doortrekkende steltloper te vinden is. Zwarte ruiter, witgatje, oeverloper en groenpootruiter bijvoorbeeld. Op het slik vermoedelijk ook nog wel wat slapende visdiefjes. Een slimme rustplek. Dankzij de ondiepe kustzones is er vis genoeg.
De ondiepe watertjes die zo kenmerkend zijn voor de IJsselmeerkust zijn in vogelogen veilig en dus prima slaapplek. Zoals voor – soms- zo’n duizend wulpen, zij aan zij met de lange, gebogen snavel weggestopt tussen de veren.
De ganzen, kolgans, grauwe gans en brandgans, doen dat geslaap in grote aantallen. In de schemer strijken met tienduizenden neer op het water om bij het eerste ochtendlicht als een hartverwarmende deken over te trekken op weg naar de vette boerenweiden om daar te gaan foerageren.
Voor de zeearend zijn de ganzen geen spektakel maar simpelweg eten. Bijna argeloos pakt de enorme vogel met zijn klauwen een bout op uit het water. De roofvogel broedt niet in de waard, maar wel elders langs de Friese IJsselmeerkust.
Ook een enkel ruiend eendje wil nog wel eens ten prooi vallen. Door zich te verzamelen in grote groepen, proberen de eenden elk voor zich, de kans hierop te verkleinen. Op het water ook grote groepen knobbelzwanen (een maat te groot voor de roofvogel).
Vogels alom, maar vergeet vooral ook niet met een panorama-blik om u heen te kijken. De horizon is schoon, het geluid puur natuur. Land, water en lucht vervloeien in overlopende kleuren en hazen rennen door het veld.
Oké, voor velen is het een stuk reizen, maar de moeite waard, zeker als u er een nachtje aan vastplakt. Dat immers geeft de mogelijkheid voor een late kijk en vroege start, voor zo’n ‘een plus een is drie’.
De Workumerwaard is vanuit drie punten mooi te overzien. Het drietal kan lopend aaneengeregen worden, al is dit wel een wandeling van zo’n 10 km. dwars door de waard dus wel heel mooi!
De zuidelijkste kijkheuvel ligt bij camping ’It Soal, iets ten zuidwesten van Workum. Bij de camping is een parkeerterrein. Daar vandaan over een smal verhard pad naar het water lopen (valt niet te missen). Let ‘onderweg’ vooral ook even op watersnippen.
Van ’It Soal stukje terug over de Sudersealeane en linksaf Slinkerwei op. Even na een haakse bocht naar rechts, even haaks linksaf, Slinkewei vervolgen.
In de volgende scherpe bocht even rechtdoor voor het volgende kijkpunt, Bijenkamp.
De noordelijkste kijkplek is Hokje Bakker helemaal aan het eind van de Slinkewei.
Vandaar te voet, fietsend of met de auto dezelfde weg terug.
De waard is buiten de Slinkewei niet toegankelijk.
Met openbaar vervoer naar camping ’It Soal; vanaf NS Leeuwarden met de bus richting Bolsward via Winsum, uitstappen bushalte Thomashof in Workum. Vandaar 20 minuten lopen naar ’It Soal.
Noordoostenwind is het beste. Dan zijn er de grootste slikvlakten. Bij langdurige (zuid-)westenwind stuwt het water te sterk op.
‘s Morgens en ’s avonds is er van slaaptrek te genieten.
Om de vogels van het slik goed te zien is een telescoop prettig.
It Fryske Gea geeft excursies. Kijk op hun website voor meer informatie en de geldende Corona-maatregelen. Met dank aan vogelkenner en vrijwilliger It Fryske Gea, Tjerk Kunst.
Ben je op zoek naar een goed boek over vogels of de natuur? Vogelbescherming heeft een uitgebreid en gevarieerd aanbod in onze winkel en onze webshop.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.