In januari rennen groepjes drieteenstrandlopers voor je uit als je een strandwandeling maakt.
Dat doen ze de hele winter door. Omdat ze zo wit ogen zijn drieteentjes gemakkelijk te herkennen; vanwege dat wit kregen ze de wetenschappelijke naam Calidris alba. Ze zijn meester in het ontwijken van de aanrollende golven; bij het terugtrekken van de golf pikken ze snel kleine stranddiertjes op als voedsel.
Drieteentjes komen van heel ver; hun broedgebieden liggen in de Hoog-Arctische toendra’s van Spitsbergen, Groenland en Canada. In de zomer is de drieteenstrandloper warm roodbruin van kleur. Dit kleed kun je in Nederland nog in mei zien, vlak voordat de vogels de trek naar het noorden beginnen.