Door
Mariël Verburg
Auteur Vogelbescherming
Geplaatst op 26 november 2021
“Hoe meer groen je om je heen hebt, hoe beter je je voelt. Niemand wordt gestrest van de natuur. Millennia lang zijn we geëvolueerd met en in de natuur, dat zit diep ingebakken in onze aard. Dat blijkt ook uit onderzoek: als kinderen contact hebben met de natuur dan wordt hun hartslag lager, ook ’s nachts. De bloeddruk wordt lager, er is minder agressie en minder adhd-achtig gedrag. En in kunstmatige gebouwen werk je acht uur maar je presteert er maar voor drie. In een natuurlijke omgeving ben je veel productiever.”
“Daarom bouwen we bij ORGA Architect biofilisch, dat wil zeggen: we brengen elementen van de natuurlijke wereld terug in onze directe leefomgeving. Als je zicht hebt op lucht, planten en dieren, voel je je beter. En het is goed voor de biodiversiteit. We halen het groen ook binnen ín het gebouw. Verder gebruiken we natuurlijke vormen en structuren, bouwen we met natuurlijke materialen. Ook maken we gebruik van mimetica, dat wil zeggen dat we kijken naar oplossingen in de natuur. Denk bijvoorbeeld aan het integreren van natuurlijke trek zoals bij termietenheuvels.”
“De ambitie van de school was: zo ecologisch mogelijk bouwen. Wij waren gevraagd om een plan in te dienen voor de architectenselectie en we wonnen met onze natuurinclusieve aanpak. De school staat in een groene omgeving, ontworpen door Goed Geplant. De gevels zijn binnen en buiten begroeid. We hebben dus ook geen nestkastjes geplaatst aan de school: hier kunnen vogels zelf nestjes maken in het groen. De planten staan met de wortels in de grond en worden elk jaar groter. De kinderen kunnen zelf beleven hoe de groene wanden zich in de loop der seizoenen ontwikkelen en veranderen. De school wordt ieder jaar en ieder seizoen anders, net als de natuur. Hij wordt onderdeel van de natuur. Buiten zijn voedsel- en vluchtplekken aangelegd voor dieren, er is water en we hebben dood hout laten liggen.”
“Binnen hebben we natuurlijke materialen gebruikt. We hebben verschillende houtbouwsystemen door elkaar toegepast, zoals houtskeletbouw, CLT en volhoutsysteem. De kolommen zijn gewoon geschilde stammen; het zijn dus echte bomen die het dak dragen. Bovenin hebben we een bladstructuur gemaakt, alsof je schuilt onder de bladeren. In de lokalen hebben we leemwanden toegepast, en kurkwanden in de tussenruimtes waar het groen niet komt.”
“We hebben dakluiken geplaatst voor natuurlijke ventilatie. En de school heeft een openluchtlokaal, zodat de leerlingen ook buiten les kunnen krijgen. Dat lokaal is deels overdekt maar de muren zijn open. Eromheen ligt een groendak waarop zelfs kippen lopen. Als je hier les krijgt ben je dicht bij de natuur, de seizoenen en het weer.”
“Omdat we al eeuwen roepen dat je alle planten en dieren moet weren van je gebouw. Dieren poepen op je gebouw. Klimop moet je van de muren halen, want anders gaat je muur kapot. Je mag geen aanplant bij het gebouw zetten want wortels beschadigen de fundering. Dat zit zo ingeprent; aannemers horen dat al hun hele leven. Maar als je het goed aanpakt, gebeurt dat niet. Huiszwaluwen kunnen inderdaad tegen je muur poepen; voor hen plaats je dan een plankje onder de nestkast om de poep op te vangen. Maar voor een gierzwaluw is dat niet nodig want die doet dat niet. En vroeger had je van dat zachte schelpcement, daar gingen de wortels van planten doorheen, maar modern cement kan daar tegen. Je moet dus iets verder kijken dan wat er altijd geroepen wordt.”
“Probeer natuurinclusief bouwen niet als sluitpost toe te passen, waarbij aan het eind nog een paar nestkastjes worden toegevoegd bij wijze van greenwashing. Want als je een nestkast plaatst en de vogel weet hem niet te vinden, dan heb je nog niets. Als je ook water, beschutting en beplanting aanbrengt, is de kans groter dat dat vogeltje er ook komt en overleeft. Je moet natuur integraal meenemen in het ontwerp en de gehele biodiversiteit bevorderen.”
“Bij ORGA zit dat in het concept, het is onze manier van werken. Als het niet zo in je werkwijze zit, adviseer ik om het voorlopig ontwerp helemaal door te lichten op natuurinclusiviteit: gaat de verlichting uit van het principe ‘donker, tenzij’?, om een voorbeeld te noemen. En misschien moet je bij de gevel die geschikt is voor vleermuizen wat minder ramen opnemen? Maak je ontwerp zo dat je voor de verschillende dieren een geschikte omgeving op de juiste plek op je terrein kunt maken. Schakel daarbij een stadsecoloog in, die hebben echt verstand van zaken. Als je vervolgens op deze manier in elke fase naar de mogelijkheden zoekt om de biodiversiteit te verbeteren, dan creëer je gebouwen waar mensen zich prettiger voelen. Dan help je werknemers om beter te presteren, patiënten om eerder te herstellen en leerlingen om sneller leren.”
Hoe sluit dit natuurinclusieve gebouw aan bij de onderwijsvisie van De Verwondering? En welk effect heeft het groen op de leerlingen? Lees hierover het interview met schooldirecteur Paula van Kuijk.
Vogels zijn een graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving. Gaat het goed met de vogels in een stad, dan gaat het goed met het stedelijk groen; ook gezond voor mensen.
Tuinvogels kunnen het hele jaar bijgevoerd worden. Vogelbescherming heeft zadenmixen voor alle soorten voedersystemen en een uitgebreid assortiment vogelpindakaas, vetbollen, vetblokken, pindacakes en meer.