Door
René de Vos
Journalist en redacteur Vogels
Geplaatst op 25 januari 2020
Wie een Hollands-gezonde tuin heeft – doet er niet toe hoe groot – heeft geheid ook aardig wat vogels als vaste bezoekers. Of ze carnivoor, omnivoor of vegetariër zijn: een fijne tuin is als een Hof van Eden, of misschien nog meer: een ware jungle. En dat betekent eten. Tussen het groen, op de grond en in de bodem wemelt het van zaden, bessen, spinnetjes, vliegen, pissebedden, wormen en ‘ander geteisem’ zoals Goulsons uitgever het kleine tuinleven liefkozend noemt.
Goulson zelf, een Engelse prof in de biologie, is helemaal bezeten van hommels; goedmoedige bloembestuivers bij uitstek en helaas ook zinnebeeld van de dramatische slachting onder insecten. Goulson richtte een speciaal fonds voor ze op: de Bumblebee Conservation Trust. Maar de hommel-beschermheer is tegelijk een verwoed tuinier en vogelliefhebber. Het hangt voor hem allemaal logisch samen. Een gezonde tuin trekt veel insecten, waaronder bestuivers, wat weer veel vogels – en andere dieren – trekt vanwege de rijkdom aan fruit, zaden en geteisemvlees.
In De Tuinjungle maakt Goulson inzichtelijk wat er mis ging met de natuur in de afgelopen driekwart eeuw. Vooral de industriële landbouw krijgt ervan langs; niet de boeren, maar de politiek en de machtige lobby van de voedingsindustrie en de ‘gewasbeschermings’-multinationals. Als een dappere, en beslist niet dwaze, Don Quichot geeft hij met zijn (grote) tuin tegengas tegen het steriliseren van het platteland. Hij gelooft oprecht dat het tij gekeerd kan worden als maar genoeg tuinbezitters, net als hij, het kleine leven koesteren. Zijn Tuinjungle is dan ook één vurig, maar onderhoudend pleidooi van bijna 300 pagina’s voor ‘tuinieren om de wereld te redden’.
Goulson heeft het niet op tuincentra als bron voor een fraai ogende tuin; potplanten zijn opgekweekt in steeds schaarser wordende veengrond. En elk onberispelijk uitziend plantje is indringend behandeld met insecticiden. Arme hommels, bijen, vlinders die je tuin bezoeken… En vogels natuurlijk! Gif is niet alleen slecht, betoogt Goulson, het is ook nergens voor nodig. Hij spuit zelf helemaal niks en van de 100 fruitbomen in zijn tuin heeft er hooguit één schurft. Om maar een voorbeeld te noemen.
Goulsons opsomming van wat we allemaal met de natuur verkeerd hebben gedaan – en nog doen – zou je leesmoe kunnen maken. Maar gelukkig strooit hij kwistig met verbazingwekkende, soms ijselijke, verslagen uit de wereld van insecten, wormen, spinnen, duizendpoten, pissebedden en al dat andere geteisem. Klein leven dat de tuin met graaf-, vreet- en bestuifwerk van dienst is.
Zonder regenwormen bijvoorbeeld is het de vraag hoe groen de aarde eruit zou zien. Een regenworm is niks meer dan een darm met aan de ene kant een mond en aan de andere kant een anus. Hij vreet zich een weg door de grond en produceert daarbij hoog kwalitatieve mest. Liefst 4,5 kilo per jaar. Als je dan weet dat een doorsnee tuin zevenhonderd wormen per vierkante meter telt, dan snap je hoeveel gratis grondverbeteraar dat is. Je kunt je mineralensupplement natuurlijk ook bij een tuincentrum kopen. Maar wie graaft voor jou dan al die kilometers aan gangetjes die overtollig water afvoeren en zuurstof in de grond brengen? Precies!
En dan hebben we het nog niet eens gehad over die miljoenen tonnen voedsel die regenwormen wereldwijd vormen voor tal van hogere dieren, van merel tot roodborst, van wulp tot grutto, van spitsmuis tot egel en van das tot vos. En vergis je niet; ook die laatste kunnen maar zo bezoekers van je tuin zijn.
Goulson en zijn gezin sluiten zich aan bij die lange stoet kleine, piepkleine en minder kleine dieren die gretig eten van wat de tuin te bieden heeft. Ze oogsten jaarlijks meer dan 500 kilo groenten en fruit van een lapje moesgrond dat goed tien bij vijftien meter telt. De kleine boomgaard levert tonnen appels op, waar Goulson graag cider van brouwt. Goulson doet zijn inspanningen niet alleen voor de lol en om de buik prettig te vullen. Hij is ervan overtuigd dat als genoeg mensen zelf een beetje gezond omprutsen in hun tuin(tje), er een substantieel tegenwicht tegen industriële landbouw wordt geboden. Bovendien zal het ’t draagvlak voor een duurzame voedselproductie verbreden.
Niet elke tuinbezitter zal er warm voor lopen, maar met een beetje kennis van zaken en zelfs maar een klein stukje grond kan iedereen vier tot elf keer zoveel groenten per vierkante meter oogsten dan een boer, die dan ook nog eens geholpen wordt door machines en bestrijdingsmiddelen.
Dat is de kracht van een tuin waarin elk vorm van leven zijn rol wordt gegund. Een tuin om de wereld mee te redden, volgens de heilige overtuiging van de tuinierende en vogelende professor. ‘Verbeter de wereld, begin in je tuin’, luidt dan ook de boventitel van zijn boek De Tuinjungle. En geloof je er niet in, doe het dan voor de vogels. Voor die werkt het zeker, en dat kun je met eigen ogen vaststellen.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je van Nico en Camilla in tien vogellessen veel tuinvogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt meteen de eerste vogelles per mail.
Word jij ook zo blij van vogels in je tuin of op je balkon? Hang je wel eens een vetbolletje voor ze op? Je kunt nog meer doen. Doe de gratis Postcode Vogelcheck en ontdek welke vogels in jouw buurt leven en hoe je deze vogels kunt helpen.