Geplaatst op 4 juli 2014
De polder is gedurende de afgelopen decennia een ijkpunt geworden voor het succes van natuurbeschermers die samenwerken met agrariërs. Maar dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Als de ‘Waalbochtverlegging’ was doorgegaan, had alles er hier anders uitgezien. Door ingrijpen in de rivierstructuur zouden schepen met zes, in plaats van slechts vier, duwbakken de Waal over kunnen. Gelukkig is dat niet gebeurd. Dus gaan we te voet genieten van onbedorven natuur.
De twee uur durende wandeling Oude Waal Groenlanden start bij het ‘Hollandsch Duitsch Gemaal’ aan de Ubbergseweg 5, Nijmegen. Dit gebied is altijd al van vogels geweest en dat zult u tijdens het wandelen weten ook!
Het is een tocht die u bij voorkeur maakt na een paar dagen droog weer, midden in de zomer. Wie zich teveel afgeleid weet door alles wat er te zien is, en daardoor in tijdnood komt, kan de circa tien kilometer lange wandeling inkorten tot zes kilometer. De route gaat langs oude steenfabrieken, stuwtjes en eeuwenoude paden door een gebied waar hoog water in het voorjaar niet langer meer gezien wordt als louter een bedreiging, maar deel is gaan uitmaken van verantwoord natuurbeheer.
Blauw is een motief tijdens de wandeling. Behalve door het ‘blauw’ van de Waal zelf en dat van de voorbijschietende boerenzwaluwen wordt het gebied in het voorjaar gedomineerd door de meeslepende zang van de blauwborst. Zoek in die periode een wat hoger punt als u hem hoort, zodat het riet waar deze vogel zich in bevindt beter te overzien is. Naarmate de zomer nadert, zal hij minder zingen.
In de beschermde steilwanden zijn de inmiddels verlaten nesten van de oeverzwaluw zichtbaar; in groepen jagen de vogels op insecten.
De spotvogel, die alweer vroeg in de zomer op vertrekken staat naar zijn Afrikaanse winterverblijf, verraadt zich óf door z’n gelige borst, óf door een luide en gevarieerde zang doorspekt met imitaties. De spotvogel voelt zich bij uitstek thuis langs rivieren, nestelt in hazelaar en vlier en zoekt bescherming in struikgewas als u hem nadert.
Op de kribben langs de Waal staan aalscholvers hun vleugels geduldig te drogen. In het rustiger water tussen de kribben en in de Oude Waal wemelt het van de slobeenden, zomertalingen en dodaarzen. Vrijwel nooit zichtbaar, maar mocht u er één zien, dan is dat natuurlijk extra mooi: de roerdomp.
Rob Meijer