Geplaatst op 14 oktober 2014
Morgen begint het jachtseizoen. Dat betekent voor vijf soorten in Nederland oppassen geblazen: konijn, haas, fazant, wilde eend en houtduif mogen voor het plezier van de jager worden geschoten. En dat gebeurt ook veelvuldig. Per jaar worden er in Nederland alleen al een half miljoen houtduiven geschoten. Vooral in de zuidelijke provincies Noord-Brabant en Limburg en in Gelderland en Utrecht wordt veel op ze geschoten. Dat mag tot eind januari.
De nieuwe wet Natuurbescherming ligt ter goedkeuring bij de Tweede Kamer. In die nieuwe wet blijft de plezierjacht gehandhaafd. Vogelbescherming roept samen met andere natuur- en dierenbeschermingsorganisaties op om de jacht en de lijst met bejaagbare soorten af te schaffen in de nieuwe wet. Afschot mag dan alleen nog maar voor schadebestrijding en voor het beheer van specifieke soorten.
Houtduiven eten vooral granen en zaden, maar ook bloemknoppen, groenten, fruit en kruiden. Ze zijn dan ook veel te zien op het platteland waar ze in grote groepen hun kostje bij elkaar kunnen scharrelen. Hun dieet is de reden dat ze later broeden dan de meeste andere soorten: granen en zaden zijn in de zomer en het najaar beschikbaar. Ze stemmen hun broedperiode net als andere vogels af op de periode waarin het voedsel goed beschikbaar is.
Hopelijk kiest de Kamer voor het afschaffen van de plezierjacht. Zodat het houtduivenkoppeltje dat in oktober of zelfs november een laatste poging waagt om een nestje groot te brengen dat ongestoord kan doen. En wij kunnen genieten van hun gestuntel en onverstoorbare pogingen een nest te bouwen op een vaak onmogelijke plek.