Eten, beschutting en nestplaatsen: dat is wat alle vogels willen. De tijd breekt aan om vogels daarin tegemoet te komen. Al in de nazomer kun je je tuin updaten. Hier zijn 19 tips waarmee je de ideale vogeltuin creëert.
Beplant zo veel mogelijk en zo gevarieerd mogelijk
Dus:
- Betegel zo min mogelijk en leg een grasveldje aan. Dat is perfect wormengebied voor merels en roodborstjes en levert graszaad voor zaadeters. Paden kun je van grind of boomschors maken.
- Zorg voor niveauverschillen in de tuin, met geleidelijke overgangen van lage beplantingen naar struiken en bomen.
- Plant bomen en struiken voor beschutting en voedsel. Zelf heb je dan schaduw in de zomer. - Kies voor soorten die bijvoorbeeld bessen of fruit dragen of doorns hebben. Ook in een kleine tuin is een meidoorn, lijsterbes, appel- of perenboom een aanwinst.
- Zaai wilde bloemen die insecten aantrekken. Je kunt daarvoor zelfs vogelvoer gebruiken!
- Kies hogere, lagere en bodem bedekkende inheemse plantensoorten die in verschillende jaargetijden bloeien. De bloeiende bloemen lokken allerlei insecten, terwijl pluis en uitgebloeide bloemen nestmateriaal en zaden opleveren.
- Gebruik als afscheiding een heg, of plant klimplanten tegen een schutting. Daarmee bied je beschutting, voedsel en natuurlijke nestelgelegenheid.
- Een kale gevel kun je aankleden met klimplanten; er zijn zowel zon- als schaduwminnende. - Constructies om de planten langs te laten groeien zijn in tuincentra en bouwmarkten te koop.
- Heb je een plat dak, overweeg dan sedum als begroeiing. Het trekt insecten aan en houdt water vast. Bovendien heeft het een isolerende werking.
- Leg een vijvertje aan met een ondiep gedeelte waar vogels kunnen drinken en badderen.
- Niet voor iedereen weggelegd: een moestuin! Leuk, leerzaam en gezond, maar niet boos zijn als de aardbeien of frambozen worden weggekaapt!
Wees niet al te netjes
Een beetje minder onderhoud en snoeiwerk aan de tuin vergroot juist de overlevingskansen van vogels. Vooral in de winter.
- Stel zoveel mogelijk onderhoud uit tot het eind van de winter (februari, maart).
- Laat afgevallen blad liggen, of hark het in de borders, want er zitten veel insecten tussen. - - - Bovendien beschermt een bladlaag planten tegen vorst.
- Laat uitgebloeide planten staan tot het voorjaar. Zaadeters zijn er dol op.
- Snoei struiken niet allemaal tegelijk, ze zijn belangrijk als schuilplaats.
- Snoei bessenstruiken pas tegen het voorjaar. De vitaminerijke bessen zijn waardevol voedsel.
- Maak als je plaats hebt een composthoop op een afgelegen plekje.
- Gebruik snoeihout en afgevallen takken voor een takkenril. Dit is een soort ‘wal’ van opgestapelde takken, bij elkaar gehouden door palen. Staat leuk en biedt schuilgelegenheid voor vogels, maar ook voor amfibieën en egels.
- Oude tegels, klinkers en dakpannen zijn prima materialen voor het aanleggen van een speels hoogteverschil of een lage afscheiding. Zo krijg je een natuurlijke, grillige wand met allerlei kiertjes en holtes en vochtige omstandigheden.
- Probeer verder wat bij te voeren, water aan te bieden en ook eens een nestkast op te hangen.
Vraag een vogelvriendelijk advies aan voor uw tuin, balkon of schoolplein
Zoek je inspiratie voor gevarieerd beplanten?