American Golden-Plover, Pluvialis dominica - Plevieren (Charadriidae)
Het iets kleinere Amerikaanse familielid van 'onze' goudplevier. Nog steeds zeldzaam in Nederland, maar tegenwoordig zien we ze hier ieder jaar. Meestal in groepen goudplevieren. In alle kleden het beste te onderscheiden van de gouplevier door een grijze in plaats van witte oksel.
De Amerikaanse goudplevier lijkt vrij veel op de Europese goudplevier. Hij is alleen iets kleiner en is in alle kleden te herkennen aan de grijze oksel, die bij de goudplevier wit is. Volwassen man zomerkleed heeft volledig zwarte onderdelen, met een helderwitte oogstreep, die als een sjaal langs de hals naar beneden loopt en in een kenmerkende bolling op de bovenborst eindigt. Volwasen vrouw heeft een vergelijkbaar patroon, maar iets valer en vlekkeriger. Daarnaast heeft de Amerikaanse goudplevier in winter- en juveniel kleed een krachtiger koppatroon, met duidelijke lichte wenkbrauwstreep die contrasteert met de donkere kruin. De Amerikaanse goudplevier lijkt zeer sterk op de eveneens zeldzame Aziatische goudplevier. Tot 1983 werden deze twee soorten zelfs als één soort gezien: de kleine goudplevier.
Veel verschillende roepjes. Meestgehoord is een ietwat melancholiek "PUUU-liep!" Waarbij het tweede deel iets omhoog gaat. Daarnaast de vluchtroep "Pie-die-dit", met versnelling van de laatste twee lettergrepen.
24-28 cm, spanwijdte 66-72 cm
Het nest van de Amerikaanse goudplevier is een goed gecamoufleerd kuiltje, meestal omzoomd met korstmossen. Het ligt doorgaans in een mozaïek van met korstmos bedekte stenen of grond, met een begroeiing van kruiden, grassen en zeggen. Een gemiddeld legsel bestaat uit vier eieren, die na een dag of 25 uitkomen. De kuikens zijn nestvlieders, die binnen 24 uur het nest verlaten en zelfstandig voedsel zoeken. Ouders begeleiden de jongen nog minstens 2 weken. Na 22-23 dagen zijn de jonge goudpleviertjes vliegvlug.
De Amerikaanse goudplevier is een broedvogel van de Noord-Amerikaanse arctische toendra's. Hij broedt van westelijk Alaska tot het Canadese Baffineiland in het oosten. Ze broeden op de grond in ondiepe kuiltjes, die zijn bekleed met korstmossen en grassen. Tijdens de trek maken ze gebruik van een breed scala aan binnenlandse en kustgebieden, zoals prairies, akkers en estuariums. Hun overwinteringsgebied bestaat met name uit de graslanden van Argentinië en Uruguay.
Zoekt op typische plevier-manier naar voedsel: rennen-stoppen-pikken-rennen. Voedsel bestaat uit allerlei ongewervelden (zoals insecten, wormen en spinnen), maar ook bessen, bladeren en zaden.
De meeste volwassen Amerikaanse goudplevieren verlaten de broedgebieden in augustus richting Zuid-Amerika. Juvenielen volgen later, tot zelfs in oktober. Het zijn lange tochten, naar de graslanden en wetlands van met name Argentinië en Uruguay. Tijdens de trek stoppen ze onder meer in het Midden-Westen van de VS om op te vetten en maken ze een nonstop-vlucht over het water tussen de twee continenten. Vanaf februari keren de Amerikaanse goudplevieren dan weer terug naar hun broedgebieden. In Nederland duiken ze tijdens de voorjaarstrek vooral op in mei en in het najaar in de maanden oktober-november.
De populaties van de Amerikaanse goudplevier hebben te maken met verschillende bedreigingen, zoals het opwarmen van het klimaat waardoor de lage toendrabegroeiing door struikjes wordt vervangen en insecten eerder uitkomen. Daarnaast is de intensieve landbouw in de overwinteringsgebieden nadelig voor de Amerikaanse goudplevier. Desondanks lijken de populaties stabiel. In Nederland is de Amerikaanse goudplevier een zeldzame gast, die jaarlijks 2-3 keer wordt gezien, met soms uitschieters van meer dan 5 stuks per jaar.
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In met name oktober, november en in mei kan het de moeite lonen om groepen goudplevieren goed af te zoeken. Zeker in de polders van Texel en de Delta zou er zomaar eens een Amerikaanse goudplevier tussen kunnen staan.
Wordt in Europa tijdens de voor- en najaarstrek vooral in de westelijke kustgebieden van het continent gezien. Op de Britse eilanden is het zelfs een schaarse jaarlijkse gast. Daarnaast zijn Amerikaanse goudplevieren in met name Nederland, Denemarken, Frankrijk, Portugal en Spanje weliswaar zeldzaam maar worden ze jaarlijks gezien.
Deze soort geldt als wereldwijd niet bedreigd.
Vogelbescherming zet zich in voor een algehele verbetering van de natuurkwaliteit in Nederland. Daar profiteren ook dwaalgasten van.
Verstoor geen dwaalgasten en respecteer de aanwijzingen van terreinbeheerders. Gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk kunnen belangrijk bijdragen aan een basiskwaliteit natuur in Nederland, waardoor het voor vogels aantrekkelijker wordt om in Nederland te verblijven.
De Amerikaanse goudplevier iis een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn Amerikaanse goudplevieren beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de Amerikaanse goudplevier wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate op doortrek in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal