Geplaatst op 8 mei 2024
De populaties van vogels die in Nederland broeden waren in 2023 gemiddeld ruim 28 procent groter dan in 1990. Dit betreft cijfers vanaf 1990, maar in de periode vóór 1990 was al een enorme afname van vele vogelsoorten te zien, dus deze groei is relatief. Het beschermen van vogels en hun leefgebied helpt en blijft dus hard nodig om iets van de oude aantallen terug te zien.
92 soorten laten een toename zien in Nederland. Het onderzoek maakt duidelijk dat het om moerasvogels en bosvogels gaat. Dat is heel erg goed nieuws en toont aan dat natuurbescherming werkt, zowel als het gaat om het succes van ‘nieuwe natuur’, als om meer natuurlijk beheer van gebieden.
Echter, niet alle vogels die in deze gebieden voorkomen laten een toename zien. Er zijn er ook veel vogels die afnemen en dus zorgelijk blijven, zoals de grote karekiet en blauwe kiekendief, of de ransuil en wielewaal.
De gemiddelde toename in 1990-2023 is vooral toe te schrijven aan soorten die voor het eerst of opnieuw in ons land zijn gaan broeden, zoals zeearend, oehoe, grote en kleine zilverreiger, kraanvogel en cetti’s zanger. Naast blijdschap daarover mogen we in een aantal gevallen de ogen niet sluiten voor de reden achter deze toename, zoals in het geval van de cetti’s zanger. De explosieve toename van deze zangvogel in Nederland is vooral te danken aan klimaatverandering.
Er is helaas ook een afname in aantal waargenomen bij 83 vogelsoorten. De sterkste daling is te zien onder boerenlandvogels, zoals de grutto en de zomertortel. Maar ook met duinvogels zoals de tapuit, en stadsvogels zoals de huismus gaat het niet goed.
In de gepresenteerde cijfers zie je ook terug dat de achteruitgang van soorten voor een groot deel te maken heeft met een verslechtering van onze leefomgeving. In stedelijk gebied heeft dat onder andere te maken met verstening van onze woonwijken en minder struikgewas. Daarnaast heeft de intensivering van de landbouw ook grote gevolgen voor boerenlandvogels. Het tij voor bijvoorbeeld onze nationale vogel de grutto is helaas nog niet gekeerd. Niet alleen de vogels die vooral op het boerenland leven lijden sterk onder de intensieve landbouw, de effecten van de intensieve landbouw werken ook door in natuurgebieden. Door de neerslag van stikstof bijvoorbeeld, maar ook door de waterhuishouding en het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Onder meer schoon water, een gezonde bodem, een verhoogd waterpeil en veel insecten zijn nodig om de vogelpopulaties te herstellen; iets waar Vogelbescherming zich voor blijft inzetten. Dit doen we in samenwerking met vele partijen, zoals andere natuurorganisaties, bouwbedrijven en boeren die aantonen dat het anders kan.
Er is helaas bijna geen geschikt leefgebied meer voor typische boerenlandvogels zoals de grutto, kievit of patrijs. Vogelbescherming is vastberaden om te investeren in de volle rijkdom van het Nederlandse landschap. Vol drassige, bloemrijke weides
en natuurrijke akkers.
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws over weide- en akkervogels en schrijf je in voor onze gratis maandelijkse digitale nieuwsbrief.