Door
Hans Peeters
Natuurjournalist
Geplaatst op 4 december 2023
Alois: “In principe leent elke tuin zich voor een vogelstudio; zelf heb ik een kleine tuin van 6 bij 12 meter. De kunst is om vogels naar je tuin te lokken en ze op de juiste plek te krijgen voor de foto.”
Richt je tuin vogelvriendelijk in met bessenstruiken, vrucht- en bloemdragende bomen en bloemen voor meer insecten en vogels. Kies bij voorkeur voor inheemse beplanting.
We kijken onze ogen uit op misschien wel honderd huismussen en twintig spreeuwen, die in de tuin van Alois en Netty rondvliegen. In hun tuintje hebben ze in de loop der jaren al veertig verschillende vogelsoorten waargenomen.
Vogels moeten zich veilig voelen in je tuin, aldus Alois: “Katten en vogels gaan niet samen, dus weer katten uit je tuin. Het beste is om schrikdraad boven de omheining van je tuin te spannen. Op internet zijn speciaal voor dit doel bestemde pakketten verkrijgbaar. Ook belangrijk is dat er bomen en struiken staan; de vogels gebruiken die als uitvalsbasis en bij onraad kunnen ze er in vluchten. En denk om de ramen van je huis. Hoe groter de ramen, des te groter het risico dat vogels er tegenaan vliegen. Hang (glas)gordijnen op of plak vogelstickers op de ruit, zodat vogels het glazen obstakel kunnen zien.”
Zorg dat er het gehele jaar door te eten is en dat er vers water aanwezig is. Water in schalen of in de watertafel. Vogels komen er badderen en drinken. Alois waarschuwt: “Drinkschalen zijn een bron van bacteriën, die vogels ziek kunnen maken. Zorg elke dag voor vers water en schrob de drinkschalen dagelijks flink uit.”
Wil je vogels naar je tuin lokken, dan kun je ze bijvoeren. Voer met biologisch voedsel van Vivara, verkrijgbaar in de winkel van Vogelbescherming of via vogelbeschermingshop.nl).
Alois is hier duidelijk over: “Gebruik geen frituurvet als je zelf vetbollen maakt. Zelf koop ik steeds vetbollen, vetblokken, ossenwit en vogelpindakaas via Vivara. Ik voer verder onder andere met gepelde zonnebloempitten, strooivoer, pindanootjes (niet in het broedseizoen) en meelwormen. Het voer gaat in silo’s of in speciale vetbolhouders. Los voer geeft rommel, evenals ongepelde zonnebloempitten. Als je ook op de grond voert, zorg dan dat dit ’s avonds op is of ruim het op. Je wilt geen muizen of ratten in je tuin. O ja, overrijpe appels en peren worden op prijs gesteld door lijsterachtigen.”
Op enkele meters afstand van zijn fotohutje heeft Alois een watertafel geïnstalleerd. Een houten bak van ongeveer 120x60 cm met een diepte van 10 cm. Deze is bekleed met vijverdoek en staat op poten van een meter hoog. Houd met plaatsing van de tafelvijver rekening met de stand van de zon en invallend licht. Voor mooie foto’s wil je die van achteren of van opzij hebben.
Gebruik een schuilplaats om vogels te fotograferen. Bijvoorbeeld vanuit de woonkamer of schuur door een open raam of deur, waarvoor een gordijn hangt. Door glas fotograferen zorgt voor onscherpte. Of plaats een camouflagetentje onder een boom of struik. Alois timmerde een houten fotohutje in de hoek van zijn tuin van ongeveer 1x1x1,5 meter. Vanuit kijkopeningen overziet hij zijn tuin.
Van belang is de inrichting van je vogelfotostudio, aldus Alois. “Speel op de achterkant van de watertafel met decoratieve houtstronken, takken en/of stenen. Bekleed de zijkanten met mos of bladeren. Gebruik je fantasie en wissel regelmatig. Links en rechts van de tafelvijver kun je decoratieve takken plaatsen, waar vogels op neer kunnen strijken. Bevestig ze eventueel tegen een betonijzer, dat je in de grond steekt. Vet en vogelpindakaas smeer je uit het zicht aan de achterkant van takken en stronken of in voorgeboorde holtes. Zaad en meelwormen doe ik in kleine bakjes, die eveneens aan de achterkant van takken en stronken hangen.”
Zorg voor een rustige achtergrond, zodat de vogel los in beeld komt. Daarbij speelt de beplanting een belangrijke rol. Kies natuurlijke kleuren, zoals groen, donkerrood en bruin. Zorg ook voor nestgelegenheid, door bijvoorbeeld nestkasten op te hangen. Als achtergrond spant Alois bij donker weer juten voor zijn volière, waarin hij tropische vogels houdt. Bij helder weer gebruikt hij een camouflagenet. Beiden zorgen voor fraaie rustige achtergronden op de foto.
“Fotografeer de vogels op ooghoogte. Gebruik je fantasie op de setting en doe vooral wat je zelf mooi vindt. Je kunt bijvoorbeeld ook mos, bloesem, bessen en paddenstoelen gebruiken. Verander je setting regelmatig of pas hem aan aan het seizoen,” vult Alois aan.
Alois tot slot: “Voordat je gaat fotograferen, verwijder dan alle voedersilo’s, zodat de vogels aangetrokken worden tot het voer dat verdekt is opgesteld, op de door jou gewenste plekken. Fotografeer je vanuit een hutje, zorg dan dat je alles bij de hand hebt en naar het toilet geweest bent. Blijf minstens voor enkele uren in je fotohut; heen en weer lopen zorgt voor verstoring.”
Gebruik een statief, grondplaat of rijstzak. Fotografeer je met een spiegelreflex- of systeemcamera dan is een telelens van 200 – 500 mm meestal voldoende. Een zoomlens heeft het voordeel dat je het brandpunt aan kunt passen, afhankelijk van hoe dicht bij de vogel is. Stel je camera in op high-speed en wees niet te zuinig met het aantal beelden, dat je maakt. Selecteren doe je later en weggooien kan altijd.
Tot slot: beleef vooral veel plezier aan deze fantastische hobby!
Met dank aan Alois en Netty Van Mingeroet.
Zie ook het artikel in Vogels nummer 5-2023, waarin we de tuin van George Van der Veken in Turnhout beschrijven.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.
Help ons met mooi beeldmateriaal het enthousiasme voor vogels te vergroten. Wij maken een selectie en we zetten de mooiste foto's online. Uit deze foto's kiezen we elke maand de allermooiste.