Geplaatst op 8 juni 2023
PARTRIDGE is een internationaal project dat eind 2016 van start ging met als doel om de leefomstandigheden van de patrijs en andere soorten van open akkerland te verbeteren. Dit zogeheten Interreg-project loopt tot en met 2023 in Nederland, België, Duitsland, Schotland, Engeland en Denemarken en wordt gefinancierd door de Europese Commissie. In tien voorbeeldgebieden, verspreid over de deelnemende landen, werden betere leefomstandigheden gecreëerd voor de patrijs om de achteruitgang van deze soort te stoppen en om 30 procent meer biodiversiteit te realiseren. De patrijs is in dit project naast doelsoort ook een ambassadeursoort voor akkernatuur. Een belangrijk onderdeel is het uitwisselen van kennis met boeren, jagers, natuurbeschermers en beleidsmakers door heel Europa.
Op 30 mei was in Brussel de slotbijeenkomst van het PARTRIDGE-project, waar de geleerde lessen en aanbevelingen met ruim 200 geïnteresseerden van divers pluimage (waaronder ambtenaren, natuurbeschermers, boeren en jagers) gedeeld werd. Tijdens deze bijeenkomst zijn ook de aanbevelingen vanuit een ander Interreg-project BEESPOKE gepresenteerd; een project over de bescherming van bestuivers als bijen en zweefvliegen en hun rol in natuurvriendelijke landbouw. Om de Europese biodiversiteitsdoelstellingen te halen speelt agrarisch natuurbeheer –ingebed en gefinancierd vanuit het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid – een sleutelrol. Het effect ervan op natuurwaarden valt tot nu toe echter tegen, zo blijkt o.a. uit deze studie. Beide projecten komen tot concrete aanbevelingen om de bijdrage van het agrarisch natuurbeheer aan biodiversiteitsherstel flink te verbeteren.
Vooruitlopend op de eindrapportage van PARTRIDGE later dit jaar lichtten Francis Buner (projectleider) en Fien Oost (projectmedewerker) alvast een tipje van de sluier op. Wat blijkt: de biodiversiteit, uitgedrukt in onder meer het aantal soorten en de aantallen boerenlandvogels, is in voorbeeldgebieden van PARTRIDGE significant hoger dan in referentiegebieden. Dat komt door een reeks van natuurvriendelijke beheer- en inrichtingsmaatregelen, waaronder bloemenblokken, keverbanken, patrijzenhagen, insectenrijk grasland en winterstoppels. Met name bloemenblokken bleken zeer goed te werken voor biodiversiteit, aangezien zij bij het juiste beheer jaarrond veiligheid en voedsel bieden.
Om het agrarisch natuurbeheer op akkers werkelijk succesvol te laten zijn en het verlies aan biodiversiteit te stoppen is echter méér nodig, aldus de presentatie van Buner en Oost. Beschermen is mensenwerk en overheden moeten daarom samenwerkingsverbanden van boeren, natuurbeschermers, jagers en vrijwilligers faciliteren. Kwalitatief hoge en heldere, kosteloze advisering naar boeren is belangrijk door een betrouwbare adviseur, die in het meest gunstige scenario ook veldbezoeken organiseert met allerlei belanghebbenden. Het draagvlak voor agrarisch natuurbeheer zal hierdoor verbeteren. Flexibiliteit in het agrarisch natuurbeheer is eveneens een gekoesterde wens van agrariërs; dat moet kunnen, als het maar niet ten koste gaat van de beoogde natuurwaarde. Dan is ook de schaal belangrijk: gebieden met agrarisch natuurbeheer moeten echt fors van oppervlakte zijn. Daarbinnen zou minimaal 10% van de oppervlakte gericht moeten zijn op optimaal habitat met veel waarde voor vogels en insecten.
Dit jaar zal de eindrapportage van PARTRIDGE verschijnen. Vooruitlopend hierop schreven wij vorig jaar al over de resultaten van zes jaar PARTRIDGE in Brabant en Zeeland dit artikel.
Lees hier alles over het internationale PARTRIDGE project. Bloemenblokken, keverbanken en patrijzenhagen zorgen ervoor dat akkervogels zoals de patrijs niet uitsterven in Europa.
Vogelbescherming stelde factsheets samen op basis van alle onderzoeken in binnen- en buitenland. Gratis, voor iedereen die betrokken is of meer wil weten over akkervogels.