Tuinvlindertelling: ook van belang voor vogels

Koolmeesouders voeren er in het voorjaar honderden per dag aan: rupsen. De vlinderlarven zijn een belangrijke bron van eiwitten voor hun opgroeiende jonkies. En niet alleen voor koolmezen, vertelt Chris van Swaay van de Vlinderstichting: “Ook andere zaadeters en het gros van de insecteneters heeft rupsen op het menu staan.” Niet voor niets valt de jaarlijkse legperiode samen met de rupsenpiek, ook al is die aan het vervroegen door de klimaatcrisis.

In mindere mate zijn ook de vlinders zelf een bron van voedsel voor vogels. “Er zijn enkele vogelsoorten die ze te pakken krijgen, zoals bijeneters of vliegenvangers”, zegt Van Swaay. “Maar voor hen zijn de vlinders niet van levensbelang; ze eten vooral vliegen, bijen en wespen.”

Ook los van de voedselvoorziening zijn vlinders een goede indicator voor het wel en wee van vogels. Want wat goed is voor vlinders, is vaak ook goed voor vogels. Van Swaay: “Als we in onze tuinen wat ruige hoekjes inrichten, kunnen vlinders daar overwinteren en zich voortplanten, maar ook het winterkoninkje kan er broeden. En als een akkerrand extensief wordt ingericht waardoor er bloemen kunnen bloeien, krijg je daar niet alleen vlinders maar ook andere insecten als voedsel voor vogels.”

En andersom, zijn vogels ook goed voor vlinders? Niet echt, volgens Van Swaay; ze zijn vooral levensgevaarlijk voor ze. Hoewel, misschien één uitzondering: “Als een vogel doodgaat en in een vochtig bos ligt, dan vinden sommige vlinders, zoals de grote weerschijnvlinder, dat een prettige bron van mineralen.”

Nog een laatste belang van vlinders voor de vogelliefhebber: “Veel vlinderaars zijn vogelaars die in de zomer niets te doen hebben. Als de vogels zich na het broedseizoen even rustig houden, stappen zij tijdelijk over op vlinders kijken, tot eind juli de vogeltrek op gang komt.”