Doe 3 dingen voor groenlingen

Ken jij de groenling? Groenlingen zijn olijfgroene, forse vinken. Ze worden dus ook wel groenvinken genoemd. Maar als ze opvliegen lijken ze plotsklaps geel. Net toverballen. Het zijn echte tuinvogels. Ze houden namelijk niet van open gebieden en ook niet van aaneengesloten bos, maar wel van de afwisseling van een mooie, groene woonwijk! Zo zie je maar: dat natuurvriendelijk inrichten van de tuin werpt zijn vruchten af. Je kunt in de tuin drie specifieke dingen voor ze doen.

Eén van de makkelijkste manieren om groenlingen te helpen, is het voeren van zwarte zonnebloempitten. Dat kan op de voertafel of in een silo. Van alle soorten zaden die ze eten, zijn deze favoriet en je kunt dan hele groepen in de tuin verwachten. In hun stevige snavel trillen ze al ronddraaiend het pitje uit de schil en eten het op. Behendig dat ze zijn!

En stop in de lente natuurlijk ook her en der wat van die zwarte zonnebloempitjes in de grond. Een deel ervan zal uitgroeien tot een prachtige zonnebloem: een grandioos groenlingenbuffet.

Als de grond vorstvrij is, is er nóg iets dat je voor de groenling kunt doen en dat is het planten van een hondsroos. Dat heeft niet meteen effect, maar wel in het najaar, want de groenlingen eten graag rozenbottels. Plant ook een dichte, wintergroene struik of boom. Bijvoorbeeld een conifeer waarin ze kunnen schuilen en nestelen.

Groenlingen zijn bevattelijk voor de ziekte ‘Het Geel’, veroorzaakt door een parasiet. Vogels die deze ziekte hebben zitten ‘bol’, zijn suf en daardoor niet schuw en ze eten en drinken moeizaam. Zie je een zieke groenling? Geef het dan door aan het DWHC (Dutch Wildlife Health Centre). Het aantal groenlingen gaat de laatste tijd wat achteruit en het is belangrijk erachter te komen in welke mate Het Geel hierop van invloed is.

Heb je zieke vogels in de tuin, stop dan een weekje met voeren of zorg ervoor dat de voer- en drinkbakken dagelijks worden geleegd en schoongemaakt. Dit om te voorkomen dat ze elkaar in je tuin besmetten.

Je kunt de groenling verwarren met de sijs (vooral ’s winters, als de sijzen hier zijn), want ze hebben beiden veel geel-groene tinten. Groenlingen zijn echter wat forser, met een dikke, krachtige snavel om zaden te kraken en vrij egaal van kleur. Sijsjes daarentegen zijn wat contrastrijker geel-zwart-groen en hebben spitsere snavels. Ze zitten vaak in elzen of berken.