Door
Cees Witkamp
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 3 november 2020
Als je naar een ander land verhuist, kom je voor verrassingen te staan. De hoeveelheid vogels in de winter is er zo één. In Nederland is het rond een beetje tuin ook ‘s winters goed mogelijk om in een paar uur meer dan tien verschillende vogelsoorten te zien. Hier in Estland ligt dat iets anders. Voor ik hier kwam wonen, werd ik er door lokale vogelaars al voor gewaarschuwd. ‘Na de eerste dagen van november is het afgelopen met de vogels en dan is het op een houtje bijten tot na de winter. Tot begin maart kun je hier wel in winterslaap gaan als vogelaar, of je stort je op wat anders, korstmossen bijvoorbeeld.’ Dat was dus het verhaal dat ik meekreeg.
Ach, dacht ik, zo’n vaart zal het vast niet lopen. Mijn huis staat vrij dicht aan de kust, ook hier wordt het warmer, dus… Maar, tot mijn ontzetting, het klopt wat ze zeiden.
Afgelopen winter was een winter van niks, maar desondanks zat er vrijwel geen vogel. Ik hou een klein lijstje bij van de vogelsoorten die ik hier zie per tiendaagse periode (decade). Het gaat dan om de vogelsoorten rond mijn woning, ruwweg beslaat het gebied een cirkel van 500 meter rond mijn huis. De meeste zie ik vanuit mijn werkkamer annex keuken, verder tussen huis en school en tussen huis en de dorpswinkel. Dan heb je het ongeveer gehad.
In Nederland was ik gewend dat je op vrijwel elke moment van de dag en elke dag van het jaar altijd wel één vogel ergens in de lucht zag, tenzij de regen met bakken uit de lucht kwam. Hier is dat echt anders. Je kunt ’s winters de hele lunchpauze op het balkon staan en in de lucht turen zonder ook maar één vogel te zien. Ik kan daar niet aan wennen, het is zo onnatuurlijk, een lucht zonder vogels.
In de periode begin november tot half februari kwam ik per decade in Estland meestal niet verder dan vijftien verschillende soorten. Dat is niet veel voor tien dagen, als je Nederland gewend bent met dezelfde hoeveelheid in een paar uur. Maar, wat zijn dan de soorten die hier zo’n beetje de hele winter door nog wel regelmatig te zien waren?
Vijf ervan behoren tot de kraaiachtigen. Gaai en ekster overwinteren hier in enkelingen of kleine groepjes, bonte kraai en kauw met een tiental tot meer dan honderd. De raaf tenslotte is met een paar exemplaren aanwezig.
Verder doen de mezen het aardig met koolmees, pimpelmees en glanskop. Ongetwijfeld helpt het bijvoeren een handje mee, het vergroot in ieder geval de zichtbaarheid. Dan heb ik regelmatig wat sijzen en noordse goudvinken. De laatste is natuurlijk wel een fraaie soort, waarvan er een vijfentwintigtal vooral in het parkje naast het huis verblijft.
Wat dan nog rest om de 15 compleet te maken zijn wilde zwaan (overwintert op niet geploegde akkers en vliegt vaak over), buizerd, bosuil en zeearend. De laatste is het meest spectaculair voor Nederlandse begrippen. In de winter zijn het vooral oude vogels die hier zitten, maar hartje winter kan het voorkomen dat ook deze zich maar eenmaal in een decade laten zien. Of helemaal niet.
Rond eind februari kwam er wat meer beweging in de lucht en zag je zo nu en dan eens een meeuw. Begin maart kwam het voorjaar langzaam op gang met de eerste kieviten, veldleeuweriken, wilde eenden en aalscholvers. Gelukkig.
Nu is het opnieuw november. Het is grauw, somber weer maar nog niet echt koud. Op de telpost vliegen nog wat vinken, groenlingen en pestvogels langs. Hier bij het huis is het al stil. De luchten zijn leeg. Nog zestien weken, dan wordt het weer voorjaar. Zucht.
Ontdek meer dan driehonderd vogelsoorten in één online vogelgids met: vogelgeluiden, tekeningen, foto's, vogelaantallen en meer. In de online vogelgids van Vogelbescherming vind je vogels die in Nederland voorkomen.
Veel vogels kun je helpen met een nestkast. Elke soort heeft eigen woonwensen. Waar en hoe je de nestkast ophangt, is belangrijk, net als het type kast. Koop 'm bij Vogelbescherming, dan steun je ook ons werk.