Door
Hans Peeters
Natuurjournalist
Geplaatst op 27 januari 2020
Vogelfotograaf en beeldredacteur van Vogels – Hans Peeters – helpt je in vier lessen op weg om zelf de mooiste vogelfoto’s te maken. Waar dien je op te letten, wat moet je wel en vooral niet doen.
Les 1.
Foto's: Hans Peeters
Vogels fotograferen was vroeger weggelegd voor ervaren vogelkenners en doorgewinterde in het groen geklede mannen, die met zware apparatuur het veld in trokken. Dat is al lang niet meer zo. De digitale fotografie heeft de toename van het aantal natuurfotografen nog eens een extra impuls gegeven. Geschat wordt dat ruim 400.000 mannen en vooral ook vrouwen in Nederland eropuit gaan om al het moois in de natuur vast te leggen. Een groot aantal van hen fotografeert ook vogels. Waarom? Omdat het spannend is om dicht bij die schuwe en vliegensvlugge fladderaars te komen en ze fraai te portretteren.
Vogels zijn mooi, kleurrijk, verrassend en beweeglijk. Dat laatste is voor de vogelfotograaf een extra uitdaging. In deze cursus in vier delen ‘Vogelfotografie voor beginners’ helpen we je op weg om zelf fraaie vogelportretten te maken. Begin eenvoudig. Met een merel in je tuin, een Turkse tortel in het park of een meerkoet in de stadsgracht. Wees niet te snel tevreden en maak gerust tien (of veel meer) foto’s van dezelfde vogel. Kies later thuis de beste en de rest kan in de prullenbak.
Om vogels te fotograferen heb je een camera nodig. Ha! Maar je kunt ook al hele aardige plaatjes schieten met een telefoon of met een simpele compactcamera, waarmee je vogels dichterbij kunt halen. Voor betere resultaten ben je aangewezen op een systeemcamera of een spiegelreflexcamera. Een aantal systeemcamera’s heeft een vaste lens, waarmee je soms wel tot 80 keer kunt inzoomen. Bij andere systeemcamera’s en spiegelreflexcamera’s koop je een losse telelens. Voor vogelfotografie is een lens van 300 tot 600 mm nodig. Systeemcamera’s met vaste lens zijn doorgaans wat trager dan een spiegelreflex. Daar tegenover staat dat ze veel minder wegen.
Uilen en valken fotograferen staat bij menigeen hoog op het verlanglijstje. Dit komt later. Nu eerst de valkuil voor elke beginnende vogelfotograaf. Zorg dat de vogel niet te ver weg is als je er een foto van maakt. Natuurlijk kun je een vogel in de nabewerking uitvergroten, maar dit komt de kwaliteit meestal niet ten goede. Probeer ongemerkt dichterbij te komen of lok een vogel met wat voer. Zorg dat je de vogel niet verstoort! Bij een meerkoet op de stadsgracht of een merel in de tuin zal dit geen probleem zijn. Maar ga bijvoorbeeld niet een weidevogelgebied in of een akker met ganzen; de kans dat je dan vogels verstoort is erg groot. Een belangrijke regel is hoe dan ook: het oog van de vogel moet schérp zijn. En bedenk ook, een vogel verder weg kan heel mooi in het landschap passen op de foto.
Tijd om op pad te gaan. Het beste moment van de dag voor vogelfotografie is ’s morgens. Vogels zijn dan actief, hebben honger en gaan op zoek naar voedsel. Midden op de dag lijkt het wel of de meeste vogels siësta houden. Later op de dag worden ze weer actiever, voordat ze hun slaapplek opzoeken.
Natuurlijk is bij fotografie het licht heel belangrijk. Natuurfotografen maken graag gebruik van het ‘gouden uurtje’. Het is het eerste uur nadat de zon op is en het uur voordat de zon ondergaat. Vaak heb je dan te maken met magisch goudgeel licht, dat de foto’s extra sfeervol maakt.
Niks mooier dan een fraai vogelportret, waarop de vogel van kop tot staart in beeld is. Hij hoeft niet over de hele lengte scherp te zijn. Mits het oog dat maar wél is! Begin eens met een mooi portret van een soort. Een beweeglijke winterkoning bevroren in beeld, bijvoorbeeld. Zelden kun je een vogel minutenlang observeren, terwijl hij niet beweegt, maar op een foto kan dat wel. De compositie is hierbij essentieel. Een vogel midden in het beeld is zelden spannend. Maar 2/3 links of rechts in het kader levert meteen een veel aardigere foto op.
De compositie van je foto is erg belangrijk. Een vogel midden in beeld, levert zelden spannende foto’s op. Meetstal is op 1/3 of 2/3 een mooie plaats. Let bij vogels aan het water op het spiegelbeeld!
Geduld, geduld, geduld. Een open deur? Of je nu dichter bij een vogel in het veld wilt komen of je zit in een fotohut te wachten, neem de tijd. Wil je een vogel in het veld benaderen, loop dan langzaam dichterbij. Houd de camera in de aanslag, maar vermijd oogcontact. In een hut zit je soms uren te wachten tot er wat gebeurt. Je kunt echter niet een sudoku op gaan zitten lossen, want je zult zien dat je dan net hét moment mist. Zorg sowieso dat de apparatuur juist is ingesteld voor de foto die je wilt maken, zodat je meteen raak schiet zodra het fotomodel verschijnt.
Begin dichtbij huis. In je eigen tuin of in het park om de hoek. Waarschijnlijk weet je al welke soorten je kunt verwachten en hoe ze zich gedragen. Creëer een voerplekje met zaden en wat (gedroogde) meelwormen. Zoek een plekje waar je rustig kunt zitten. Liefst enigszins verscholen. Achter het raam kan wel, maar zet het dan open. Door glas krijg je minder scherpe foto’s. Let ook op de achtergrond, die is minstens zo bepalend voor de kwaliteit van de foto. Een rommelige achtergrond is zelden mooi.
Kijk veel naar foto’s van anderen in tijdschriften en op websites. Daar leer je zó veel van. Bedenk hoe een foto is gemaakt en waarom voor een bepaalde compositie gekozen werd. Er is niets op tegen om in het begin foto’s ‘na te maken’. Kopieergedrag, daar leer je van. Later kun je een eigen stijl proberen te ontwikkelen. Magazines als ‘Vogels’, ‘Roots’ en ‘Natuurfotografie Magazine’ zijn toonaangevend. Ook de serie praktijkboeken van Pixfactory zijn een aanrader. Internet is een bijna onuitputtelijke bron van leermateriaal. Kijk bijvoorbeeld eens op www.vogelbescherming.nl/over-ons/tijdschriften en www.natuurfotografie.nl.
Je kunt heel lang nagenieten van je eigen foto’s als je een digitaal fotoalbum maakt. Beslist doen!
Schroom niet om je foto’s te etaleren via sociale media, maar bedenk wel dat ze in bepaalde gevallen door anderen gebruikt kunnen worden. Beveilig ze hiertegen en plaats je naam in de foto.
Misschien vind je het ook leuk om foto’s te plaatsen op waarneming.nl, zo help je ook andere vogelaars.
Visdief: wanneer ik foto’s op facebook post, plaats ik altijd mijn naam in de foto;
Sigma 600mm; 1/2500s bij f/6.3; ISO 2500
Weilanden vol grazende ganzen, dat is een typisch Nederlands winterbeeld. Zo’n groep ganzen kun je het beste fotograferen vanuit de auto. Een auto is namelijk een prima schuilhut. Rij langzaam door de polder, parkeer de auto op een veilige plek langs de weg, open je raam, schakel de motor uit. In het begin zijn de vogels misschien wat onrustig, maar als je rustig wacht komen ze (met een beetje geluk) wel dichterbij. Stap vooral niet uit en sla niet met de deuren!
In de Eempolder en polder Arkemheen bij Nijkerk kun je prima ganzen fotograferen. Natuurlijk zijn er wel meer van dergelijke plaatsen. Kijk op waarneming.nl voor geschikte plekken.
Les 2: Alle vogels vliegen
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.
Help ons met mooi beeldmateriaal het enthousiasme voor vogels te vergroten. Wij maken een selectie en we zetten de mooiste foto's online. Uit deze foto's kiezen we elke maand de allermooiste.