Door
Hans Peeters
Natuurjournalist
Geplaatst op 27 februari 2020
Vogelfotograaf en beeldredacteur van Vogels – Hans Peeters – helpt je in vier lessen op weg om zelf de mooiste vogelfoto’s te maken. Waar dien je op te letten, wat moet je wel en vooral niet doen.
Les 2.
Foto's: Hans Peeters
Het klinkt logisch. Toch zijn er beginnende en gevorderde fotografen, die denken geld te kunnen verdienen met hun vogelfoto’s. Veel geld. Nou, dat valt in de praktijk knap tegen. Slechts een handjevol weet door het organiseren van fotoreizen en houden van workshops, naast hun natuurfotografie, het hoofd boven water te houden.
Vogels fotograferen doe je voor je plezier. Om buiten te zijn, de natuur in te gaan, te genieten van die boeiende vogelwaarnemingen. Kom je een dag thuis zonder foto, dan ben je er in ieder geval lekker op uit geweest.
De achtergrond van je foto is minstens zo belangrijk als je hoofdonderwerp. Is je achtergrond rommelig dan trekt dit de aandacht weg van de vogel op je foto. Bij een rustige achtergrond eist je fotomodel alle aandacht op. De twee foto’s van de roodborst laten dit duidelijk zien. Fotografeer je op een vaste fotoplek (bijvoorbeeld je tuin) of vanuit een schuilhut, dan kun je je achtergrond aanpassen door takken weg te halen. Je kunt ook een camouflagenet of groen of blauw geschilderde muur gebruiken als een natuurlijk ogende achtergrond. Gebruik dan wel een grote lensopening, zodat de achtergrond vervaagt.
Je kunt het je als fotograaf gemakkelijk maken door je camera op automaat te zetten. Meestal aangegeven met een A op je instelknop. De camera kiest dan zelf de sluitertijd en diafragma en vaak ook de ISO. Wat betekent dit allemaal? De sluitertijd is de snelheid waarmee de foto gemaakt wordt. Voor vliegende vogels heb je bijvoorbeeld een snelle sluitertijd nodig van 1/1000 seconde of sneller. Het diafragma is de lensopening, bij de meeste lenzen variërend van f2.8 tot f22. Hoe groter het getal, hoe kleiner de opening en hoe meer scherptediepte. Fotografeer je een vogel met een diafragma van f5.6, dan is je onderwerp scherp, maar de achtergrond vervaagd. Meestal is dat mooier.
ISO is de lichtgevoeligheid waarmee je fotografeert. Bij een lage ISO van 100 of 200 kun je prachtige landschappen fotograferen met mooie belichting en sfeervolle kleuren. Je bent dan gehouden aan een grote lensopening en langzame sluitertijd. Gebruik je een ISO van 1000 of meer dan kun je een snellere sluitertijd gebruiken.
Staat je camera ingesteld op A, dan weet de camera niet wat je allemaal wilt en neemt een gemiddelde van alles. Stel je de camera in op M (manual) dan kun je alle instellingen zelf naar wens kiezen. Dit vergt oefening, maar levert wel betere foto’s op.
De foto van de spreeuw is met een snellere sluitertijd genomen dan de staartmees. Bij de spreeuw zijn zelfs de waterdruppels scherp, terwijl bij de staartmees met langzamere sluitertijd de kop vervaagt als hij deze snel beweegt.
Wil je weidevogels fotograferen, dan ga je naar de polder. Ben je op zoek naar spechten en mezen dan trek je naar bos of park. Voor meeuwen zoek je de kust of misschien de stad op. Het klinkt allemaal heel logisch. Het vergt wat voorbereiding als je gericht bepaalde vogelsoorten wilt fotograferen. Weet wat je waar kunt zien. Oriënteer je in je woonomgeving, waar welke vogelsoorten voorkomen. Op www.waarneming.nl kun je zien waar welke vogels zijn waargenomen.
Maar ook onverwachte ontmoetingen kunnen de moeite waard zijn.
Beide vogels fotografeerde ik vanuit dezelfde boshut. Bij de zwarte mees zie je nog net de witte vlek in de nek. De glanskop (ook een mees) wordt vaak verward met de matkop. Zijn spitse, korte roep verraadde hem.
Als je vogels fotografeert, helpt het als je de soorten kent. Het is dan gemakkelijker om hun gedrag te voorspellen en vaak weet je in welke biotoop je ze kunt verwachten. Kortom, het is gemakkelijker om te anticiperen op wat kan gebeuren. Zo kun je ook typisch of bijzonder gedrag in beeld brengen. Natuurlijk hoef je niet alle vogels te kennen. Je kunt ook genieten zonder dat je nog precies weet wat je ziet. Maar toch zal je merken, dat het op den duur meer plezier geeft als je de soorten herkent. Het voordeel is, dat je later aan hand van de foto op kunt zoeken om welke soort het gaat.
Het fotograferen van vliegende vogels is een aparte tak van sport. Het is gemakkelijker om de vogel in beeld te krijgen met een niet al te grote telelens. Meestal volstaat 300 of 400mm prima. Gebruik je een zoomlens dan kun je die tevoren op het gewenste brandpunt instellen. Om de vogel scherp in beeld te krijgen gebruik je een snelle sluitertijd. Minstens 1/1000s maar 1/2000s is beter. Om nog wat zekerder te zijn dat je de vogel scherp op de foto krijgt, stel je het diafragma op f8 in.
Vliegende vogels fotografeer je meestal tegen een blauwe of lichte lucht. Om niet een donker silhouet te krijgen, dien je flink over te belichten.
Vliegbeelden fotograferen vergt oefening!
Vliegbeelden. Vogels in vlucht zijn lastig te fotograferen en vergt oefening. Gebruik een telelens van 300 of 400 mm. Gebruik een snelle sluitertijd van 1/1000 of 1/2000 sec.
Stel je diafragma in op f8.0 en zorg ervoor dat je minstens 2 stops overbelicht, om te voorkomen dat je zwarte silhouetten krijgt. Controleer op je scherm of je foto’s goed belicht zijn. Als dat allemaal in orde is, kun je gaan ‘schieten’.
Jaag niet achter vogels aan. Door je gedrag worden vogels veelal onrustig en vliegen uiteindelijk weg. Meestal levert het ook niet de beste foto’s op, omdat de vogel enigszins verstoord is.
Neem de tijd. Ga rustig langs de kant van een plas of rietkraag zitten en wacht tot er wat gebeurt. Of kruip in een fotohut en neem rustig je tijd. Het is fantastisch om naar vogels te kijken, die ongestoord hun natuurlijk gedrag vertonen. Poetsen, slapen, foerageren enzovoorts.
Er zijn veel geschikte plekken in ons land om vogels te fotograferen. Maar de Waddeneilanden staan met stip bovenaan als het gaat om vogelrijkdom en fotografiemogelijkheden. Alle eilanden zijn de moeite waard. Voor fotografen is Texel misschien net iets gunstiger. Langs de Wadkant heb je een heuse vogelboulevard, waar je in het voorjaar uitkijkt op broedgebieden van kluten en visdieven. Er staan vogelobservatiehutten en er zijn uitkijkpunten. Meer informatie
In mijn vorige blog hadden we het over het gouden uurtje. De magische lichtomstandigheden voor de fotograaf. Er bestaat echter ook een blauw uurtje. ’s Morgens gaat dit vooraf aan het gouden uurtje, net voordat de zon opkomt. ’s Avonds komt het na het gouden uurtje, als de zon net onder is gegaan. De hemel kleurt blauw en geeft een speciale sfeer aan je foto’s. Je fotografeert tijdens de schemering, dus de lichtomstandigheden zijn vaak niet optimaal. Houd rekening met hoge ISO en lange sluitertijd.
Mooie foto’s vragen om getoond te worden. Op social media, op de website van Vogelbescherming bij de Foto van de maand of elders. Je doet er heel veel mensen een plezier mee en voor jezelf is het leuk als je je foto terugziet.
Met de foto van de kleine jager op Spitsbergen won ik in 2015 de eerste prijs in de categorie ‘Dieren in hun natuurlijke omgeving’ tijdens de jaarwedstrijd van de Natuurfotografen Vereniging Utrecht.
Les 1: Beter één vogel voor de lens dan…
Eind maart verschijnt les 3. Daarin gaat het over vogelgedrag en trekken we de polder in.
Help ons met mooi beeldmateriaal het enthousiasme voor vogels te vergroten. Wij maken een selectie en we zetten de mooiste foto's online. Uit deze foto's kiezen we elke maand de allermooiste.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.