Door
Hans Peeters
Natuurjournalist
Geplaatst op 17 april 2019
Al meer dan 40 jaar is Otto Plantema (71) uit Nederweert gefascineerd door de reusachtige albatros. Al vanaf zijn eerste ontmoeting vindt hij het ‘verrekt mooie vogels’. Daar wil hij meer van weten en meer van zien. De vogelfanaat is ook een begenadigd natuurfotograaf en met volle uitrusting trekt hij naar onherbergzame plekken op het zuidelijk halfrond, daar waar de albatrossen zijn. Om alle 21 soorten te zien.
De spanwijdte van de kleinere Laysanalbatros bedraagt zo’n 2 meter. De grootste – de reuzenalbatros – is goed voor 3,5 meter. Die kun je niet missen. Het probleem om albatrossen waar te nemen is van een heel andere orde. De meeste soorten leven op onherbergzame plaatsen. Haast ontoegankelijke eilandjes aan de uiteinden van oceanen.
Niet zelden leeft een gehele populatie op slechts een zo’n eilandje. Denk aan plaatsen als de Galapagos, Falklands, Tasmanië, Tristan da Cunha of Amsterdam Eiland. Waar zeestromen en stormen door de Zuidpool gedirigeerd worden. Otto Plantema brengt het luchtig, maar het koste hem 40 jaar om alle plaatsen te bezoeken. Om ze allemaal te zien, behalve die ene…
Na een voorbereiding van jaren zag Otto Plantema kans om in 2012 aan boord te geraken van het onderzoeksschip ‘Marion Dufresne’. “Samen met negentig Franse onderzoekers en negen andere ‘toeristen’ verlieten we de haven van Réunion Island in de Indische Oceaan. We zouden op verschillende eilandjes worden afgezet, ik op Amsterdam Eiland. Om de Amsterdam albatros te fotograferen, de enige soort die nog ontbrak op mijn lijstje. Volgens plan bereikten we het eiland Crozet. De kapitein van het 110 meter lange schip voer kort langs de kust om ons een goede blik te gunnen op de kolonie grote albatrossen. Plotseling liep het schip met veel kabaal op de kliffen en maakte slagzij. We kapseisden net niet, maar het schip liep veel schade op. Door de twee helikopters aan boord, werden we geëvacueerd naar de onderzoekbasis op Crozet. Dat was het einde van de expeditie.”
Volgend jaar hoopt Otto opnieuw een poging te wagen om de Amsterdam albatros met eigen ogen te zien. Een bevriende fotograaf leverde voor het boek enkele mooie platen.
Wat fascineert hem zo aan albatrossen? “Hun leven is ongelooflijk boeiend. Albatrossen zweven eindeloos boven zee. Voor een voedselvlucht is de grote albatros gemakkelijk drie tot tien dagen onderweg en legt dan zo’n duizend tot negenduizend kilometer af. Een albatros vliegt als een zeilboot. Hij zoekt steeds de meest gunstige wind op en kan met heel weinig energie enorme afstanden afleggen. Ze hebben een geweldig goed ingebouwd kompas en in de snavel is een magnifiek reukorgaan aanwezig. Een albatros ruikt vijftig keer beter dan een mens en weet op grote afstand zijn voedselprooien, vis, inktvis en krill, op te sporen. Meestal pakken ze hun prooien vanaf het wateroppervlak, want met dat grote logge lichaam zijn het geen geweldige duikers.”
Een van de grote gevaren voor albatrossen schuilt in hun voedselvangst. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw maakten vissers gebruik van kilometerslange vislijnen. Aan deze lijnen bevestigden ze haken met visaas. De lijnen werden voortgesleept over het wateroppervlak en vormden gemakkelijk bereikbare hapjes voor een albatros. Elk jaar werden zo’n 100.000 albatrossen het slachtoffer: de vogels slikten de vishaken in en verdronken achter de vissersboten. Mede door deze vangstmethode werden eind vorige eeuw 15 van de 21 albatrossoorten met uitsterven bedreigd.
BirdLife International startte een internationale campagne ‘Red de Albatros’, gesteund ook door de leden van Vogelbescherming. Zo werd onder andere een visvangstmethode ontwikkeld, waarbij het visaas op tien meter diepte onder het wateroppervlak werd voortgetrokken. Onbereikbaar voor de albatrossen. Dat scheelt jaarlijks tienduizenden slachtoffers.
Otto Plantema over de bescherming van albatrossen: “Het mag gezegd worden. Dankzij de inspanningen van BirdLife International en haar partners gaat het aanwijsbaar beter met veel albatrossoorten. Ik heb met eigen ogen gezien, hoe een soort als de wenkbrauwalbatros het voor de wind gaat. Ik bivakkeerde in 2014 een weeklang op Steeple Jason eiland tussen 200.000 paar broedende wenkbrauwalbatrossen. Ook bij andere soorten blijken de aantallen langzaam toe te nemen en is er sprake van herstel.”
Hun leven is ongelooflijk boeiend. Albatrossen zweven eindeloos boven zee.
“Maar de gevaren zijn nog niet geweken,” waarschuwt Otto. Albatrossen leven veelal op onbewoonde eilanden. Daar hebben ze niets te vrezen hebben van predatoren. Totdat er ook muizen en ratten aan land kwamen, in het kielzog van menselijke bezoekers.
Otto Plantema zag hoe muizen, zo groot als een vette rat, een hap uit het achterste van jonge albatrossen namen. “De ouders zitten erbij en kijken er na. Ze doen niks, omdat ze het gevaar van ratten en muizen niet kennen. Het zit niet in hun systeem dat dit vijanden zijn. Ze zouden met hun sterke snavel een muis in een keer kunnen doden. Maar nee hoor, ze zien lijdzaam toe hoe hun jongen het loodje leggen. Dankzij de inzet van de Albatross Task Force van BirdLife worden momenteel steeds meer eilanden muis- en rattenvrij gemaakt, wat om een geweldige inspanning vraagt.”
Otto Plantema kan eindeloos en boeiend vertellen over zijn avonturen met albatrossen. Eind vorig jaar gaf hij een interview in Vogels onder de titel ‘De halve wereld rond voor 21 albatrossen’. “Uiteindelijk heeft dat de aanzet gegeven om een boek te maken over albatrossen,” memoreert hij, “familie en vrienden spoorden me aan, waarom maak je geen boek?” In een paar maanden tijd schreef hij toen ‘Around the World for Albatrosses’. Het werd een kijk- en genietboek, boordevol fantastische foto’s van de wonderlijke momenten die Otto met zijn lievelingsvogels beleefde.
Het groot formaat boek met harde kaft, 148 pagina’s is voor 19,50 euro te koop in de winkel van Vogelbescherming. Een deel van de boekopbrengst is voor The Albatross Taskforce van BirdLife International.
Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.
Help ons met mooi beeldmateriaal het enthousiasme voor vogels te vergroten. Wij maken een selectie en we zetten de mooiste foto's online. Uit deze foto's kiezen we elke maand de allermooiste.