Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 18 november 2024
Een vogeltuin is een mini stukje natuur, waar vogels en andere wilde dieren en planten kunnen leven die dicht bij mensen durven te komen. Eén tuin is niet veel, maar alle tuinen, balkons en platte daken samen, vormen het allergrootste natuurgebied dat we in Nederland hebben.
Je kan een vogeltuin net zo inrichten als een 'gewone' tuin, maar met zo min mogelijk bestrating en met planten, struiken en bomen, die hier ook van nature groeien (dus inheems zijn). Daar kunnen onze insecten, vogels en egels namelijk wat mee. Daarin vinden ze voedsel, veiligheid en voortplantingsplekken (de 3 V's).
Voor een vogeltuin hoef je bar weinig te doen: perfect voor de luie tuinier. Je hoeft alleen maar wat stenen uit de tuin te wippen en ergens langs de kant op te stapelen voor torren en spinnen (=vogelvoedsel). Ga voor maximaal 1/3 bestrating van de tuin. Alles wat op de plek van de weggehaalde tegels groeit, is al meteen een stuk vogelvriendelijker.
Als je dat al te chaotisch vindt, plant er dan wat vogelvriendelijke, onderhoudsarme planten en laat die lekker hun gang gaan. Of, ook handig, planten die slakken niet lusten. Klaar.
Als je tuinieren toch leuk blijkt te vinden, kan je natuurlijk heerlijk uren rommelen in een vogeltuin: een boompje, een vijvertje een moestuin, klimplanten, de mogelijkheden zijn eindeloos.
In gewone tuincentra is het vaak zoeken naar inheemse planten die zonder gif zijn gekweekt. Die staan daar in een hoekje miezerig te wezen, naast de luidruchtige bloemenpracht van al die exotische soorten. Het goede nieuws: inheemse planten zijn er steeds vaker wél. Vraag ernaar en zie met je innerlijke oog hoe mooi ze in je tuin worden.
Ook in de webwinkel van Vogelbescherming kan je gewoon inheemse planten bestellen. Heb je ze liever vooraf even in de handen? Als je zoekt op internet, vind je ongetwijfeld een kweker in jouw buurt.
Heeft een vogeltuin dan alleen inheemse planten?
Inheemse, bloeiende (klim)planten, struiken en bomen zijn veruit het beste als je de Nederlandse insecten, vogels en andere tuinbewoners wilt helpen. Ze zijn al miljoenen jaren op elkaar ingespeeld en vaak van elkaar afhankelijk. Een voorbeeld: de rupsen van het oranjetipje eten alleen pinksterbloem of look-zonder-look. Die hebben niks aan een hortensia.
Dat gezegd hebbende: als je daartussen soorten hebt staan die niet inheems zijn, maar wel nektar, bessen, noten, zaden, nestplekken of beschutting bieden voor vogels en andere dieren, dan is dat natuurlijk goed. Alles beter dan tegels. Let op: kies nooit invasieve exoten. Dat zijn planten die de wilde planten in de Nederlandse natuur verdringen. Hier vind je welke exoten je moet vermijden.
Een vogeltuin is helemaal niet wild overwoekerd, blubberig of vol met muggen, daar gaat het niet om. Wild mag wel, maar bloemen in perkjes en taxus tot op de millimeter in vorm gesnoeid, zijn nog steeds briljant voor vogels en insecten. En natuurlijk is het prima om het gras te maaien. Veel vogels profiteren ook van kort gras, zoals de merel die er dikke wormen vindt. (Wie een hekel heeft aan maaien kan een heerlijke wilde bloemenweide laten groeien.)
Trampoline, zandbak en een boel driewielers, loopfietsen en steps nemen plek in beslag en kinderen moeten lekker rennen, spelen en druk doen. Maar, dat kan allemaal in een vogeltuin waar het niet te netjes hoeft te zijn. Gras, bloemen en struiken plant je om de kinderwensen heen en de vogels wennen aan het gezin. Ze komen zelfs in je nestkastje broeden ondanks alle hectiek. Stel niet te hoge eisen aan het grasveld en zet eventueeel wat bodembedekkers op kale plekken: niets aan de hand.
Sterker, het is juist gezond voor kinderen om op te groeien in het groen. Daarbij is voor veel kinderen het zelf plukken van fruit in de tuin echt onweerstaanbaar. Zet dus een lei-appelboompje (zo'n platte langs latten) voor de schutting en een bessenstruik en wat aardbeien eronder. Educatief, gezond én goed voor de natuur.
Bestrating is juist een onderhoudsramp. Voor schone, nette tegels of stenen, moet je herhaaldelijk aan de slag met de hogedrukspuit. Daarbij moet je 'onkruid' wieden, want dat komt aan alle kanten tussen de voegen door. Daar kiemt het fantastisch en is het onmogelijk om met wortel en al tussen de stenen uit te krijgen.
Verder staat het wel wat kaal, alleen steen, dus vrijwel iedereen met een betegelde tuin gaat uiteindelijk in de weer met potplanten. En dát is pas veel werk. Planten in de volle grond zijn veel makkelijker, die redden zichzelf.
Nu heeft iedere tuin natuurlijk wel een stukje bestrating. Een paadje naar de schuur, of een zitplaatsje. Kijk eens wat er kiemt tussen de voegen van de stenen en haal het niet meteen weg. Mos kan juist erg mooi staan, maar ook een bloem langs de poot van een stoel of een waterschaal geeft een speels en vrolijk effect.
Als er vogels broeden, mag je die niet verstoren, dat klopt. Maar dat wil je vast ook niet, zo'n klein kommetje met blauwe of witte eitjes: daar doe je het tenslotte allemaal voor. Als je een paar weken wacht tot alle jongen zijn uitgevlogen en kordaat op een lage tak zitten te bedelen om hapjes, mag je weer wel snoeien. Dat is overkomelijk. Ook struiken en bomen zonder nesten mogen uiteraard gesnoeid. Let wel goed op, want broedende vogels verstoppen zich goed.
Vogelbescherming heeft ongeveer dertig biologische planten geselecteerd die vogelvriendelijk zijn. Deze zijn gekweekt zonder gif en kunstmest en zijn niet genetisch gemodificeerd. Goed voor insecten en
vogels en biodiversiteit.
In de cursus Fluitend je tuin in: zangvogels in Nederland ontdek je twaalf vogels die je in je eigen tuin of op je balkon kunt tegenkomen. Je ontvangt daarnaast ook een basisles over tuinen met leuke feitjes en tips voor hoe je jouw tuin vogelvriendelijk kunt maken.