Geplaatst op 25 april 2017
Zelfs vlakbij Amsterdam broeden tegenwoordig zwartkopmeeuwen. Vaak doen ze dat tussen kokmeeuwen, maar vooral in de delta zijn er kolonies van louter zwartkopmeeuwen te zien.
De zwartkopmeeuw lijkt op een kokmeeuw. Maar de diepzwarte kap die ver doorloopt, de dikke rode snavel en de bijna witte vleugels zijn kenmerkend. Op afstand lijkt een zwartkopmeeuw in de zon zelfs vrijwel wit. Ook is hij aanmerkelijk forser dan een kokmeeuw. Als ze twee jaar oud zijn hebben zwartkopmeeuwen nog wat zwarte tekening in de vleugels.
April en mei zijn de beste maanden om de prachtige zwartkopmeeuw te zien. Zoek daarvoor met de verrekijker groepen kokmeeuwen in weilanden af; vooral intensief bewerkte en bemeste graslanden. Daar zitten ze opvallend vaak, zoekend naar wormen en insecten.
Zwartkopmeeuwen kondigen zich vaak van verre al aan door hun roep: een nasaal, haast pauwachtig: ááuw. Meestal gaat het om een langs vliegend paartje, dat grote afstanden aflegt op zoek naar een geschikte broedplaats. In juli en augustus, vlak na de broedtijd, vertrekken de meeste volwassen zwartkopmeeuwen alweer uit ons land; pas later volgen de eerstejaarsvogels.