Geplaatst op 27 november 2015
Meer dan 90 procent van alle trekvogels zet tijdens hun jaarlijkse trek poot aan de grond in leefgebieden die niet of nauwelijks worden beschermd tegen ontbossing, jacht en andere menselijke activiteiten. Bij meer dan de helft van de vogelsoorten zijn populaties daardoor afgenomen. Dit blijkt uit onderzoek van universiteiten in Australië en Engeland samen met BirdLife International en World Conservation Society dat deze week in Science is gepubliceerd. Het onderzoek onthult pijnlijk duidelijk dat trekvogels in uitgestrekte delen van hun trekroutes niet of nauwelijks worden beschermd. Landen in Noord-Afrika en Centraal Azië spannen de kroon in gebrek aan beschermde gebieden voor trekvogels. Maar ook bijvoorbeeld de VS en Canada doen het slecht.
“Van meer dan de helft van alle trekvogels is de populatie de afgelopen dertig jaar achteruit gegaan, voornamelijk dankzij ongelijke en ineffectieve bescherming langs hun trekroutes”, zegt onderzoeker Dr. Claire Runge van de University of Queensland. “Een gemiddelde trekvogel is afhankelijk van veel verschillende leefgebieden onderweg voor voedsel, rust en voortplanting. We kunnen bijvoorbeeld de broedgebieden wel heel goed beschermen, maar als er ergens anders op de trekroute serieuze bedreigingen zijn, kan de hele populatie alsnog zwaar getroffen worden. De zwakste schakel van de ketting is dus bepalend.”
De studie laat meer schokkende cijfers zien. Van de 1451 trekvogelsoorten, hebben er 1324 onvoldoende bescherming op minimaal een deel van hun trekroute. Ook werden 8200 Important Bird and Biodiversity Areas (belangrijke vogelgebieden) onderzocht. Slechts 22 procent van deze gebieden blijkt volledig beschermd te zijn, en 41 procent overlapt slechts gedeeltelijk met beschermde gebieden. De onderzoekers stellen dan ook dat voor het overleven van sommige vogelsoorten het noodzakelijk is dat er nieuwe en beter beschermde natuurreservaten gecreëerd zullen moeten worden.
Co-auteur professor Richard Fuller: “Bijvoorbeeld Duitsland heeft beschermde gebieden voor 98 procent van de trekvogels die hun grens passeren. Maar minder dan 13 procent van de Duitse trekvogels is adequaat beschermd op hun trekroutes. Het heeft dus weinig nut in Europa trekvogels te beschermen, als ze op een ander deel van hun trekroute buiten Europa hun leefgebieden kwijtraken. Dan zullen veel vogelsoorten alsnog ten onder gaan.”
Het enige wat de toekomst voor veel trekvogels veilig kan stellen is internationale samenwerking tussen overheden en gerichte bescherming langs de gehele trekroute.
Het enige wat de toekomst voor veel trekvogels veilig kan stellen is internationale samenwerking tussen overheden en gerichte bescherming langs de gehele trekroute. Want trekvogels beschermen heeft pas zin als je knelpunten langs de hele trekweg in kaart hebt én wegneemt. Precies de reden dat Vogelbescherming Nederland zich samen met BirdLife International daarvoor al jaren inzet.
Vogelbescherming richt zich met enkele Europese en Afrikaanse BirdLife-partners daarbij zo praktisch mogelijk op bescherming van gebieden langs de East Atlantic Flyway (de trekroute vanuit Nederland naar West- en Zuidelijk Afrika). Dat heeft al veel opgeleverd voor de bescherming van ‘onze’ trekvogels. Zo zijn bijvoorbeeld leefgebieden in West-Afrika en Marokko de laatste jaren beter beschermd en zijn er nieuwe beschermingsorganisaties opgericht die de lokale bevolking bewust en enthousiast maken voor de bescherming van vogels. Maar anderzijds is er nog heel veel te doen en daarom blijft Vogelbescherming Nederland zich inzetten voor een betere internationale samenwerking om de leefgebieden onderweg voor deze kwetsbare groep vogels wereldwijd te beschermen. Dit nieuwe onderzoek toont opnieuw aan dat zulke gecoördineerde wereldwijde actie bittere noodzaak is.