Geplaatst op 21 juli 2015
Soms hoor je het nog wel eens: juli is een stille vogelmaand. Ja, de vogelzang verstomt snel...maar daar is dan ook alles wel mee gezegd. Saai is juli allerminst. Het broedseizoen is voor veel soorten nog in volle gang, overal duiken juveniele vogels op en ook de trek uit noordelijke streken is al volop bezig. De groenpootruiter is één van de vogelsoorten die nu massaal doorkomt.
Als de Waddenzee bij Texel en Vlieland met hoogwater weer volloopt, zorg dan dat je op tijd bij de Slufter bent. Zeg: twee, drie uur vóór hoogwater. Het uitkijkpunt bij het Diepe Gat, aan de Oorsprongweg op Texel, is het toneel van een spectaculair vogelgebeuren; hier kijk je uit over de hoogwatervluchtplaatsen voor steltlopers. Ruim voor hoogwater trekken hier veel wadvogels naar toe, waaronder groenpootruiters. Ze komen van wadplaten als de Hengstenplaat en de Vlakte van Kerke waar ze voedsel hebben gezocht en steken in groepenzuidwestwaarts het eiland over, soms met tureluurs. De groenpoten verraden hun aankomst door het luide, kenmerkende "tjuuh-tjuuh-tjuuh", dat explosiever en korter klinkt dan de roep van de tureluur. Vlak boven de uitkijkpost zwenken ze met grote snelheid naar beneden en hoor je het suizen van de lucht door de vleugels. Daarna "overtijen" de groenpootruiters in de kwelders, waar ze wachten tot het laagwater wordt en er weer gegeten kan worden.
Groenpootruiters vertrekken zodra het broedseizoen is afgelopen. Ze komen uit Fenno-Scandinavië en Rusland, waar ze broeden in moerassen in de taigazone, op natte heide en in hoogvenen. In juli zijn het nog uitsluitend volwassen vogels, die hier hun slagpennen ruien. Een deel van de groenpoten onderbreekt de rui om deze af te maken in de Afrikaanse overwinteringsgebieden. Pas in augustus en september volgen de jongen. In de Waddenzee kunnen wel tienduizend groenpoten verblijven, waarvan soms wel tot drieduizend in de Slufter. In het binnenland worden hooguit tientallen groenpootruiters gezien. Uit tellingen van Sovon Vogelonderzoek Nederland blijkt dat het goed gaat met de aantallen groenpoten die door Nederland trekken. Die zijn de laatste decennia licht toegenomen.
De groenpootruiter is verwant aan de gelijkende zwarte ruiter en tureluur maar is duidelijk groter en steviger dan deze twee. Hij foerageert op onder meer garnalen, kleine slakjes, wormen en in de broedtijd ook insecten. Visjes, zoals brakwatergrondels, eten ze ook. Groenpoten kunnen soms fanatiek achter snel wegschietende prooien aanrennen, een leuk gezicht. Stel je van de groene poten niet veel voor: die zijn fletsgroen.