Geplaatst op 3 juni 2014
Vogelbescherming eiste dat de Nederlandse Staat zich houdt aan zijn internationale verplichtingen om in totaal 600 hectare estuariene natuurherstel te realiseren zoals is afgesproken in de Scheldeverdragen van 2005. Volgens Vogelbescherming handelt de Staat onrechtmatig door te weinig maatregelen te nemen voor het natuurherstel in dit gebied. Het Hof stelt in de uitspraak eenduidig vast dat de Europese natuurwetgeving een harde verplichting oplegt aan de Nederlandse overheid om de nodige natuurherstelmaatregelen te nemen in de Westerschelde, maar dat deze verplichting nog niet is geschonden.
De Westerschelde is voor vogels één van de belangrijkste natuurgebieden in Nederland. Een internationaal uniek estuarium en een cruciale schakel in de vogeltrek. Zo’n belangrijk gebied moet dus heel goed beschermd worden. Dat is momenteel nog lang niet het geval. Verdiepingen van de vaargeul en inpolderingen hebben de natuur in de Westerschelde ernstig aangetast.
Ontpolderen is volgens Vogelbescherming de enige manier om structureel natuurherstel te realiseren en nodig voor de grote aantallen broed- en trekvogels die van de Westerschelde afhankelijk zijn. Deze procedure had het natuurherstel in de Westerschelde kunnen versnellen. Dat is helaas niet gelukt. Vogelbescherming Nederland zal zich echter blijven inzetten en hard maken voor het natuurherstel in dit prachtige en waardevolle natuurgebied.