Black Stork, Ciconia nigra - Ooievaars (Ciconiidae)
In Nederland wordt de zwarte ooievaar alleen op doortrek gezien en hij duikt steeds vaker op. In mei en in augustus worden de meeste zwarte ooievaars hier gezien. Vaak gaat het dan om niet-geslachtsrijpe dieren, die tijdens hun omzwervingen ons land bezoeken. Soms blijven vogels in de zomer in Nederland hangen. Een broedgeval is nog niet aangetoond.
De zwarte ooievaar heeft in tegenstelling tot de witte ooievaar in vlucht een opvallend zwarte hals en een witte buik. De zwarte bovendelen geven in de zon een groene en paarse gloed. Juveniel heeft geen rode poten en snavel maar grijsgroene. In vlucht kan hij minutenlang zeilen op thermiek zonder zijn vleugels te hoeven bewegen.
Hoog, roofvogelachtige roepen. Ook gesis. Alleen bij nest, verder zwijgzaam.
95-100 cm , spanwijdte 144-155 cm
Geen broedvogel in Nederland. Broedt van april-juni. Is geen koloniebroeder, maar soms zijn er wel een paar nesten bij elkaar. Heeft één legsel per seizoen met 2-6 eieren. Het nest bestaat uit takken en bevindt zich hoog in bomen.
Omdat zwarte ooievaars voornamelijk vis en amfibieën eten, zijn ze hoofdzakelijk te vinden in ondiepe plassen in besloten landschappen, op zoek naar prooi. Ze broeden in oud, open bosland, niet in de buurt van de mensen.
Zwarte ooievaars eten hoofdzakelijk vis, maar ook amfibieën, insecten, kleine zoogdieren en jonge vogels.
Trekkers komen waarschijnlijk vooral uit de westelijke delen van het verspreidingsgebied, van Denemarken via Noord-Duitsland tot in Tsjechië. De voorjaarstrek loopt van half april tot eind mei. Meer kans op waarnemingen tijdens de najaarstrek. Van juli/augustus tot in september/oktober. Vaak solitaire vogels of een klein groepje, soms meer. Ze zouden overal te zien kunnen zijn, maar het meest aan de kust en op hoge gronden. De vogels die zomers blijven hangen, kiezen voor rustige hoogveengebieden en open agrarisch gebied.
doortrekker in uiterst klein aantal
Voor Nederland zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar om een trend te berekenen, maar lijkt toe te nemen als trekvogel. De Europese populatie wordt geschat op 9.800-13.900 broedparen en geldt niet als bedreigd.
Aantal broedparen | 0 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 1-3 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
De Groote Peel in augustus bij oostenwind.
De zwarte ooievaar broedt voornamelijk in uitgestrekte bosgebieden van Oost-Europa tot ver in Rusland, maar ook in delen van Duitsland, Frankrijk en het Iberisch Schiereiland.
De zwarte ooievaar geldt niet als bedreigd op Europese schaal, maar heeft wel te lijden onder ontbossing in Oost-Europa en Rusland, intensieve landbouw en achteruitgang van natuurgebieden in zijn Afrikaanse overwinteringsgebied.
Vogelbescherming onderneemt geen specifieke acties voor deze doortrekker in klein aantal.
Moch je tussen mei en juli de zwarte ooievaar in een rustig oud bos treffen, ga er voorzichtig mee om. Het zou om een broedgeval kunnen gaan.
De zwarte ooievaar is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn zwarte ooievaars beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de zwarte ooievaar wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal