Herkenningstips

Merel, zanglijster en koperwiek zijn familie van elkaar. Het zijn allemaal ‘lijsters’. Daarom lijken ze natuurlijk ook een beetje op elkaar. Ze houden ook allemaal van fruit in de winter, dus met een halve appel of een halve peer doe je ze een groot plezier.

Merel

Bijna iedere tuin heeft wel een paartje ‘tuin'merels. De kans dat je er één ziet tijdens de Tuinvogeltelling is groot! Het merelvrouwtje is bruin en lijkt wat op de zanglijster en koperwiek maar is veel egaler bruin. Het mannetje is zwart met een gele snavel, dus makkelijker herkenbaar. Het liefst zoeken ze wormen op het gazon.

Zanglijster

Zanglijsters zijn wat minder algemeen dan merels. Je herkent ze het beste aan hun gevlekte borst. Ze beginnen vaak al in januari uitbundig te zingen. Of er wel eens zanglijsters in de tuin komen is ook te zien aan de aanwezigheid van een ‘smidse’: een steen met daaromheen stukgeslagen slakkenhuisjes.

Koperwiek

Nog iets minder algemeen zijn koperwieken: wintergasten uit Scandinavië. De oksels van koperwieken zijn koperrood gekleurd (vandaar zijn naam: ‘wiek’ is een oud woord voor vleugel). Deze koperrode oksels vallen goed op, vooral bij vliegende koperwieken.