De boomklever en de boomkruiper: een oude boom in de tuin of buurt is vaak al genoeg om één of beide soorten te zien. Alleen: wie is wie? Hoe houd je ze uit elkaar? Er is een ezelsbruggetje om ze te herkennen.
De brUIn-witte boomkrUIper, hipt (kleeft dus niet) – spiraalsgewijs – omhoog tegen de stam, op zoek naar insecten. Hij hipt nooit naar beneden. Als hij boven is, vliegt hij naar de voet van de volgende boom en begint opnieuw van beneden naar boven.
De geKLeurde boomKLever (blauwgrijs met roestoranje) kan makkelijk de stam omhoog én omlaag lopen; hij schuifelt alle kanten op en lijkt aan de stam te kleven. Je kunt hem bijvoeren met zaden of noten, want in de winter stapt deze insecteneter daarop over.