Onze vinken eens op een rijtje. De grootste kans heb je om een 'gewone' vink te zien tijdens het tellen, want die hebben we hier 's winters het meest. Houdt toch óók je ogen open voor die andere twee, want vorig jaar werden er meer dan 1000 goudvinken en bijna 900 appelvinken geteld!
Het meest opvallend van de vink zijn eigenlijk de twee witte vleugelstrepen. Dat is ook waarmee je vrouwtje vink het best van een mus kunt onderscheiden. Ze opereren altijd in groepen en eten van de grond. Je ziet ze dus rondscharren ónder de silo, om zaadjes op te pikken die zijn gevallen.
Fenomenale vogels met hun donkerblauwe, gekrulde vleugeltoppen en staalblauwe snavel. Goed herkenbaar, maar jammergenoeg schuw en moeilijk vindbaar. Maar, als het koud is in het noorden, kan er ineens een hele bups onze kant opkomen. Zou dat niet gaaf zijn tijdens de Tuinvogeltelling?
Goudvinken leven in paren of kleine groepjes. Het mannetje is opvallend roodroze-zwart getekend, maar je ontdekt hem vooral door zijn zachte, fluitende roepje. Zijn grijze vrouwtje is dan nooit ver weg, want ze zijn het hele jaar samen.