Common Pochard, Aythya ferina - Eenden (Anatidae)
Tafeleenden zijn duikeenden die vooral in de herfst, winter en het vroege voorjaar in Nederland te zien zijn. Ze houden zich meestal in groepen op en zijn na zonsondergang het meest actief. Opvallend is dat het mannetje van de tafeleend al in juni wegtrekt, als het vrouwtje nog aan het broeden is. De vrouwtjes en de jongen volgen later.
Mannetje heeft roodbruine kop met fel rode ogen, een zwarte borst en stuit en verder een lichtgrijs verenkleed. Het vrouwtje is minder opvallend, met een lichtbruine kop en stuit, en op de romp een licht grijsbruin verenkleed.
Vrouw laag, kwakend. Man tijdens balts als speelgoedautootje dat wordt opgewonden.
42-49 cm, spanwijdte 72-82 cm
Start met broeden vanaf eind april tot begin mei. Eén legsel met meestal 8 tot 10 eieren. Als er meer dan 15 eieren worden aangetroffen, dan zijn die er vermoedelijk ingelegd door een ander vrouwtje. Broedduur circa 25 dagen. Alleen het vrouwtje bebroedt de eieren. Het nest bevindt zich langs het water en bestaat uit riet en plantaardig materiaal, aan de binnenzijde door het vrouwtje bekleed met mos. Na 50-55 dagen kunnen de jongen vliegen.
Tafeleenden komen voor bij meren, moerassen en langzaamstromende rivieren met voldoende oeverbegroeiing. Ze broeden in de buurt van eutrofe meren en moerassen, met een minimale waterdiepte van 1 meter. In de winter op groter, open water.
De soort is omnivoor en eet zowel zaden, wortels en waterplanten als insecten, larven, amfibieën en kleine visjes. Duikt naar voedsel onder water. Meer planteneter dan kuifeend.
De Nederlandse broedvogels trekken niet weg. In de winter krijgen zij gezelschap van grote groepen noordelijke populaties die vanaf september naar ons land komen, maar ook in landen rondom de Middellandse Zee worden aangetroffen. Is het bij ons een koude winter, dan trekken de tafeleenden ook wel door naar Frankrijk en Engeland.
vrij schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in vrij groot aantal
Aantallen nemen sinds de jaren tachtig geleidelijk af. Dit lijkt een bredere ontwikkeling, ook in de andere gebieden waar de tafeleend voorkomt, is een geleidelijke afname waargenomen.
Aantal broedparen | 1700-2100 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 29.600-62.800 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 35.900-67.600, okt-nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
's Winters zijn er grote aantallen waar te nemen op de Randmeren, het Markermeer en het IJsselmeer.
De tafeleend heeft een West-, Centraal- en Oost-Europese verspreiding.
De tafeleend wordt in verschillende Europese landen bejaagd. Andere bedreigingen voor de tafeleend zijn onder meer recreatie op het water, stadsontwikkeling en verslechtering van de waterkwaliteit. Buiten broedtijd gevoelig voor verstoring door waterrecreatie.
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De tafeleend staat op de Oranje lijst van vogels die in Nederland doortrekken en overwinteren.
Vogelbescherming maakt zich sterk voor verbetering van de waterkwaliteit en de natuurkwaliteit in Nederlandse wetlands en in de delta. Daar profiteert een soort als de tafeleend van.
Probeer tafeleenden niet te verstoren en bekijk ze op afstand. Zo voorkomt u, zeker tijdens de rui en in de winterperiode, onnodig energieverlies.
De tafeleend is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn tafeleenden beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de tafeleend wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Verschillende natuurgebieden die door tafeleenden worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Biesbosch, het Lauwersmeer en De Wieden. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal