Snowy Owl, Bubo scandiacus - Uilen (Strigidae)
De sneeuwuil is een karakteristieke bewoner van de arctische toendra. Qua formaat kan hij zich enigszins meten met de iets grotere oehoe. De sneeuwuil is een zwerf- en trekvogel, die verblijft op plaatsen met voldoende voedselaanbod. In Scandinavië bestaat het voedsel vooral uit lemmingen en andere woelmuizen. De sneeuwuil laat zich sporadisch in Nederland zien. Een aantal kwam als verstekeling mee op grote tankers uit Canada.
Mannetje en vrouwtje sneeuwuil zijn duidelijk verschillend. Volwassen mannetjes zijn sneeuwwit met hooguit enkele donkere punten of dwarsstrepen. De iets grotere vrouwtjes hebben een zware bandering, die met toenemende leeftijd verbleekt en smaller wordt. Opvallend zijn de goudgele ogen en gitzwarte snavel waarvan de basis bevederd is. Ook de poten zijn bevederd, tot aan de klauwen.
Veelal blaffende roep, in de broedtijd.
53–66 cm, spanwijdte 142–166 cm
Eileg vanaf half mei. Eén broedsel. Nest een kommetje in de grond, vaak op een verhoging en vrij van sneeuw. Legselgrootte varieert sterk met voedselaanbod. In de regel 7-9 eieren, kan minder en meer zijn. Geen nest bij voedselschaarste. Vrouwtje legt om de 2 dagen een ei, begint bij eerste ei te broeden. Jongen komen asynchroon uit. Na 8-9 weken jongen vliegvlug en in staat prooi te bemachtigen.
De sneeuwuil heeft een uitgesproken voorkeur voor open, overzichtelijke landschappen zoals (glooiende) bergvlaktes en arctische toendra’s. Waar de omstandigheden gunstig zijn, komt de sneeuwuil ook op hoogvlaktes tot broeden (1.200-1.300 meter). Toppen van heuvels of hellingen worden gebruikt als uitkijkpost. Ook ’s winters blijft de sneeuwuil veelal in open gebied, met name in kuststreken. Bij zeer strenge kou trekt hij zich terug in open bosbestanden.
In toendragebieden bijna uitsluitend lemmingen en andere woelmuizen. Elders ook andere zoogdieren zoals konijn en vogels tot formaat eend. Periodiek zijn sneeuwhoenders belangrijke prooi. Buiten broedseizoen, tijdens omzwervingen, gevarieerder voedsel. In ijsvrije kustzones ook zeevogels, krabben en vis.
Buiten het broedseizoen niet streekgebonden en zwervend, geleid door voedselaanbod. In de herfst trekbewegingen in zuidelijke en zuidwestelijke richting. Russische vogels tot in steppen van Noord-Kazachstan. Trekgrens ligt ongeveer op 60° noorderbreedte. Soms irrupties tot noordelijk kustgebied Duitsland. Waarnemingen in Nederland zeer zeldzaam, en dan vaak in Waddengebied.
In Nederland zeer zeldzame gast in de wintermaanden. Soms enige tijd pleisterend op een Waddeneiland of elders in overwegend Noord- of West-Nederland.
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Broedvogel ten noorden vanaf ongeveer 65° noorderbreedte vanaf het Noors-Zweedse grensgebied noordoostwaarts tot in het noorden van Siberië en Nova Zembla. Aantal broedparen nauwelijks bekend, volgens schattingen variërend van enkele tientallen tot een paar honderd (excl. Rusland) en voor Europees Rusland geheel onbekend. Verspreiding bovendien fluctuerend met de lemmingstand.
Het aantal sneeuwuilen in Scandinavië lijkt een neergaande trend te vertonen. Oorzaak daarvoor is onder meer klimaatverandering. Daarnaast vindt in de Scandinavische bergtoendra steeds meer verstoring plaats door toenemend verkeer van sneeuwscooters buiten de gebaande wegen om.
De sneeuwuil is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn sneeuwuilen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de sneeuwuil wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal