European Stonechat, Saxicola rubicola - Vliegenvangers (Muscicapidae)
Roodborsttapuiten vind je op heides, in de duinen, in ruige, open moerasgebieden en in halfopen boerenland. Het zijn vogels van open tot halfopen, vaak droge terreinen met enige struweelopslag of hoog opschietende kruiden. Het goed verborgen nest wordt op of net boven de grond gebouwd. Vanaf een uitkijkpost in het territorium wordt het grootste deel van het uit insecten en ander klein gedierte bestaande voedsel opgespoord. De mannetjes zijn goed herkenbaar met zwarte kop, witte halszijden en feloranje borst.
Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een oranje borst, maar de mannetjes vallen het meest op. De vrouwtjes hebben naast die oranje borst bruin gestreepte bovendelen en twee witte vlekken op de bovenvleugel. Mannetjes hebben dat ook, maar daarnaast hebben die een witte stuitvlek, witte halszijden en een zwarte kop. Hij zit vaak op de top van heidestruiken. De jonge vogels lijken op het gespikkelde vrouwtje, maar zijn lichter bruin en goed gecamoufleerd.
Twee typen zang. Snelle, riedel met metaalachtige klanken; en een baltszang, met meer pauzes, heldere fluittonen en imitaties (in zangvlucht). Roep kenmerkend "wiet..tkk, tkk"; dat laatste als twee kiezeltjes die tegen elkaar aan worden getikt.
11,5-13 cm
Broedt vanaf maart en heeft tot wel drie legsels per seizoen van meestal 4-6 eieren. Broedduur: 14-15 dagen. De roodborsttapuit broedt veelal op de grond in een goed verstopt nest. De jongen zitten 13-16 dagen op het nest en zijn na het uitvliegen meestal nog zo'n 8-14 dagen afhankelijk van de ouders.
Roodborsttapuiten broeden vooral op hoge zandgronden, langs de gehele kust inclusief de Waddeneilanden en de Zeeuwse Delta. Ze komen voor in zowel halfopen boerenland met greppels en ruige wegbermen als ook natuurgebieden (hei, moeras, duin). Aan de rand van stedelijk gebied ook te zien op braakliggende gronden. Het nest wordt laag bij de grond gemaakt, goed verscholen in een dichte vegetatie. Roodborsttapuiten zoeken hun voedsel en nestgelegenheid in structuurrijke open gebieden; vaak de overgangszones van open gebied (heide) naar bos. De toppen van lage bomen en struiken gebruiken ze als uitkijk- en zangpost.
Voornamelijk insecten zoals langpootmuggen, maar ook wormen, rupsen, vlinders, spinnen, slakken, zaden en bessen.
Roodborsttapuiten brengen de winter veelal door in Zuidwest-Europa, Frankrijk, het Iberisch Schiereiland en Noord-Afrika. Ze trekken zuidelijk vanaf september en oktober. In februari zijn de eerste weer terug in Nederland. Bij zachte winters overwinteren er ook roodborsttapuiten in Nederland, vooral in het kleinschalig cultuurlandschap.
vrij talrijke broedvogel | wegtrekkend
Na 1960 lijkt in grote delen van het land een afname te zijn ingezet met grote regionale verschillen. De laatste jaren gaat het weer goed met de roodborsttapuit; ondanks het gegeven dat de areaal afneemt, groeit het aantal broedparen en is er sprake van een herstel.
Aantal broedparen | 18.000-22.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 200-1000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - wegtrekkend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Duinen en heides. Kijk op de toppen van struiken.
De roodborsttapuit komt bijna overal voor in gematigd Europa.
De inkrimping van het broedgebied van de roodborsttapuit heeft zich beperkt tot het agrarisch gebied. Veelbetekenend is dat de soort vaak meteen na uitvoering van een herverkaveling verdween. Als belangrijkste oorzaken worden genoemd: het verdwijnen van overhoekjes, het spuiten en branden van sloten, greppels en akkerranden, de groeiende populariteit van - zwaar bemeste - maïsakkers en de verarming van agrarische graslanden. Gelukkig heeft de soort zich in aantal kunnen herstellen, profiteert sterk van natuurontwikkeling.
Vogelbescherming streeft een natuurrijker platteland na, met minder intensief beheerd gras- en bouwland en een minder 'aangeharkte' omgeving. Dat doen we onder meer via de campagne Red de Boerenlandvogels, de aanleg van Vogelakkers samen met vele partners, maar ook via voorlichting aan erfbewoners over hoe zij hun erven vogelvriendelijker kunnen inrichten.
In het boerenland profiteert de soort van kleinschalige ingrepen als extensiever bermbeheer en van weer natuurlijk ingerichte beekdalen. In natuurgebieden was het terugdringen van het aantal bomen, natuurontwikkeling en het introduceren van begrazing in het voordeel van de roodborsttapuit.
De roodborsttapuit is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn roodborsttapuiten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de roodborsttapuit wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van roodborsttapuiten zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd.
Verschillende broedgebieden van roodborsttapuiten zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. De belangrijkste daarvan is de Veluwe. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal